Radiof uncties
Frequentie-instelling kiezen
Druk op de toets B N D om te schakelen tussen FM (FM1, FM2, FM3) en midden-
golf (MW1 en MW2).
Op elke golflengte kunnen zes zenders worden opgeslagen.
OPMERKING!
De drie frequentie-instellingen FM1, FM2 en FM3 dekken hetzelfde fre-
quentiebereik af. Op die manier kunt u tot 18 zenders in het FM-bereik op-
slaan.
Zender zoeken
Houd de toets of enkele seconden ingedrukt om het automatisch zoeken van
zenders in te schakelen. Het apparaat zoek nu automatisch naar de volgende zen-
der.
U kunt het zoeken stoppen door opnieuw op of te drukken.
Als u kort op een van de toetsen of drukt, kunt u de zenderfrequentie hand-
matig wijzigen in opwaartse of neerwaartse richting.
Zenders met alternatieve frequenties (AF) zoeken
Zenders die een AF-signaal afgeven, zenden alternatieve frequenties uit waarop even-
eens de ingestelde zender wordt uitgezonden. Hierdoor kunt u hetzelfde radiopro-
gramma blijven ontvangen ook al legt u een grote afstand af. (Nadere informatie over
deze service „Radio Data System" op de pagina 26.)
Kies met B N D het frequentiebereik waarin u de zender wilt zoeken en eventueel
opslaan.
Druk dan in een van de drie frequentie-instellingen FM1, FM2 of FM3 op de toets
S C N om in het FM-frequentiegebied te zoeken naar zenders die een AF-signaal
uitzenden.
De automatische zoekfunctie stopt 5 seconden lang bij elke gevonden zender en
gaat dan verder.
Als u de zender wilt beluisteren of opslaan, drukt u op de toets S C N om het zoek-
proces te onderbreken.
Zender handmatig opslaan
Nadat een zender is gevonden, drukt u ongeveer drie seconden lang op een van de
zendertoetsen 1 T / M 6 .
Een pieptoon geeft aan dat de zender is opgeslagen. In elke frequentie-instelling
(FM1, FM2, FM3, MW1 en MW2) kunt u 6 zenders opslaan.
Het apparaat schakelt na een paar seconden weer over naar de functie voor normale
zenderweergave.
NL
FR
DE
25