Niko 05-535 Mode D'emploi

05-535
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
Deze RF-repeater maakt deel uit van het Easywave-RF-systeem (Radio Frequentie), een installatietechniek
zonder bedrading tussen de bedieningspunten (drukknoppen) en de te bedienen verbruikers. De RF-repeater
kan gebruikt worden voor installaties met onvoldoende reikwijdte.
Deze producten zijn conform de EU-reglementering en voldoen aan de essentiële eisen van de R&TTE-richtlijn
1999/5/EC. U kan de conformiteitsverklaring opvragen bij de Niko-supportdienst.
2. WERKING EN GEBRUIK
2.1. Reikwijdte tussen Easywave-zenders en -ontvangers
De reikwijdte binnenshuis is afhankelijk van de in de woning gebruikte materialen. In open ruimte kan een
reikwijdte tot 100m bereikt worden. U kan eventueel gebruik maken van het diagnosetoestel 05-370 om de
RF-signaalsterkte in een omgeving te bepalen.
baksteen, beton hout, gipsen wanden
verlies: 20 à 40% verlies: 5 à 20%
2.2. Montagevoorschriften en aanbevelingen
Plaats de zenders, repeaters en/of ontvangers NOOIT:
- in een metalen verdeelkast, behuizing of vlechtwerk.
- in de onmiddellijke omgeving van grote metalen objecten.
- op of vlakbij de grond.
U kan de ontvangers voor DIN-rail montage voorzien van een externe antenne. Plaats de ontvangers zo dicht
mogelijk bij de zenders. Aanwezigheid van metaal of vocht in de muren kan een negatieve invloed hebben op
het zendbereik.
2.3. Werking en gebruik
Gebruik de RF-repeater daar waar de reikwijdte onvoldoende is. De RF-repeater zendt een ontvangen telegram
opnieuw uit met 300ms vertraging. Gedurende het ontvangen van een telegram knippert de LED op de repeater
kort. Tijdens het uitzenden knippert de LED 1 keer lang.
De RF-repeater heeft 2 werkingsmodes:
Broadcast mode:
Zolang geen zender op de RF-repeater geprogrammeerd werd, zendt deze elk ontvangen signaal onvoorwaar-
delijk opnieuw uit.
Defined mode:
U kan een beperkt aantal zenders aanleren waarvan de telegrammen opnieuw doorgestuurd worden met 300ms
vertraging (max. 16 bedienpunten) (zie '3.2. Programmeren').
Opmerking: U moet slechts één drukknop per bedienpunt aanleren (zie '2.4. Definitie bedienpunt' of raadpleeg
de handleiding van uw RF-zender).
2.4. Definitie bedienpunt
Een RF-bedienpunt kan uit 1, 2, 3 of 4 knoppen van éénzelfde zender bestaan die in onderling verband staan en
waaraan, afhankelijk van het type ontvanger en de gekozen mode, opdrachten gekoppeld kunnen worden.
RF-wandzenders met 8 knoppen gelden als 2 bedienpunten met 4 knoppen in 1 behuizing.
De RF-handzenders met meer dan 4 knoppen of met kanaalselectie gelden als groepen van verschillende,
onafhankelijke bedienpunten zoals aangegeven in onderstaande tabel of in de handleiding van de zender.
type zender aantal bedienpunten
05-310 1 bedienpunt per kanaal (4 bedienpunten in totaal)
05-312 5 bedienpunten per kanaal (20 bedienpunten in totaal)
05-313 1 bedienpunt per kanaal (5 bedienpunten in totaal)
3. PROGRAMMEREN
3.1. Ingebruikneming
Na installatie van de ontvangers moeten de zenders met de ontvangers geprogrammeerd worden. Een ontvanger
functioneert slechts als het adres van een zender in de ontvanger geprogrammeerd wordt (zie handleiding van
de ontvanger). Test de zender alvorens hem te monteren!
3.2. Programmeren
Indien geen enkel RF-commando in het geheugen van de repeater geprogrammeerd werd, werkt de repeater in
broadcast mode. Elk ontvangen RF-signaal wordt onvoorwaardelijk herhaald. Zodra 1 of meerdere bedienpunten
aan de repeater aangeleerd werden, werkt de repeater in defined mode. Enkel de aangeleerde bedienpunten
worden nog herhaald.
- Druk kort (< 1,6s.) op de verzonken programmeerknop (Prog.).
- De LED knippert.
- Bedien de bedienpunten waarvan het telegram door de repeater doorgezonden moet worden één voor één. Druk
daarvoor op de gewenste drukknop van de zender. De LED op de repeater licht lang (4s) op ter bevestiging.
Eén drukknop per bedienpunt volstaat (zie '2.3. Werking en gebruik').
- Per repeater kunnen max. 16 bedienpunten geprogrammeerd worden. Indien u meer dan 16 bedienpunten
probeert te programmeren wordt telkens het laatste bedienpunt overschreven.
- Druk kort (< 1,6s) op de verzonken knop om de programmering te beëindigen.
- Bij langdurige stroomonderbreking blijft de programmering behouden.
3.3. Zenders toevoegen
U kan altijd extra (max. 16) bedienpunten op een repeater programmeren. Herhaal hiervoor '4.2. Programmeren'.
3.4. Alles wissen
- Druk lang (>1,6s) op de verzonken knop op de repeater (LED knippert snel).
- Druk nogmaals langer dan 1,6s.
- Het geheugen van de repeater is nu volledig gewist. De LED licht 4s. op ter bevestiging.
- Druk kort (< 1,6s) op de verzonken knop om de programmering te beëindigen.
- De RF-repeater werkt nu terug in broadcastmode en zendt elke ontvangen telegram opnieuw uit met 300ms
vertraging.
nv Niko sa
gewapend beton gesloten metalen ruimte
verlies: 40 à 90% verlies: 90 à 100%
type bedienpunten
1 x 4-knops
3 x 2-knops
1 x 4-knops
1 x 3-knops
1 x 3-knops
Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@Niko.eu — www.niko.eu
3.5. Selectief wissen
- Druk lang (>1,6s) op de verzonken knop op de repeater.
- De LED knippert snel.
- Druk op de bedieningsknop van de zender die u wenst te wissen.
- De zender wordt uit het geheugen gewist. De LED licht 4s. op ter bevestiging.
- Druk kort (< 1,6s) op de verzonken knop om de programmering te beëindigen.
4. TROUBLESHOOTING
4.1. De ontvanger reageert niet op het signaal van de repeater
- Breng de zender in de onmiddellijke omgeving van de ontvanger en ga na of de commando's correct worden
uitgevoerd.
- Indien niet: controleer de goede werking van zender en ontvanger.
- Controleer ook de programmering aan de hand van de beschrijvingen in de respectievelijke handleidingen.
- Breng de zender in de onmiddellijke omgeving van de repeater en ga na of de repeater het RF-signaal ontvangt
(knippert kort) en het RF-signaal opnieuw uitzendt (knippert 1 keer lang).
- Indien niet: controleer de programmering van de zender(s) op de repeater (in defined mode).
- Controleer of het max. van 16 geprogrammeerde bedienpunten niet overschreden wordt (in defined mode).
- Reset de repeater (zie '3.4. Alles wissen') als de repeater alle RF-commando's onvoorwaardelijk moet
doorsturen (broadcast mode).
4.2. U kan niet op- of neerdimmen
- De repeater kan geen 'lange' RF-commando's verwerken en ondersteunt daardoor geen dim- of druk-
knopfuncties.
- Oplossing: voor grotere afstanden moet u zich beperken tot aan/uit-commando's en het oproepen van preset
dimstanden. Op- en neerdimmen kan enkel door middel van zenders binnen het rechtstreekse bereik van de
ontvanger.
4.3. Het systeem schakelt onmiddellijk na de bediening automatisch aan of uit.
- De ontvanger ontvangt zowel het rechtstreekse RF-signaal van de zender als dat van de repeater. Bij gebruik
van 1-knops aan/uit-functies wordt het eerste signaal als 'AAN' geïnterpreteerd, het daaropvolgende signaal
als 'UIT'.
- Mogelijke oplossing: het gebruik van een 2-knops mode (aan/uit).
4.4. In een Nikobus-installatie met rolluikmodule stopt het rolluik automatisch onmiddellijk na
het starten.
- De ontvanger ontvangt zowel het rechtstreekse RF-signaal van de zender als dat van de repeater. Bij gebruik
van 2-knops rolluikfuncties wordt het eerste signaal als 'start (op of neer)' geïnterpreteerd, het daaropvolgende
signaal als 'stop'.
- Mogelijke oplossing: het gebruik van een 4-knops mode (rolluik).
5. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen: ..................................... 70 x 49 x 26mm (zonder antenne)
Voedingsspanning: ........................... 12-24V DC (klemmen '+' en '-')
of 230V AC (klemmen 'L' en 'N')
Max. stroomafname bij 24V DC: ...... ±15mA (ontvangen); ±22mA (zenden)
bij 230V AC: ..... ±29-35mA
Max. verbruik: .................................. 7VA
Gewicht: .......................................... ±40g (met antenne)
Frequentie: ...................................... 868,30MHz (modulatie: FSK)
Werkingstemperatuur: ...................... -20 tot +60°C
Reikwijdte: ...................................... typisch: 100m in open lucht; tot ±30m binnenshuis
Ontvanger en zender (eventueel via repeater) vormen één geheel.
Geen bedrading tussen bedieningspunten en ontvangers (RF-gestuurd), enkel verbinding tussen de ontvanger-
schakeleenheid en het te bedienen apparaat.
De antenne kan onder spanning staan. De isolering van de antenne mag daarom niet beschadigd
of afgeknipt worden!
De voedingsspanning is 12-24V DC of 230V~.
Sluit nooit 230V~aan op de 12-24V DC-ingang of omgekeerd!
N
230V~
L
05-331
xxxxx / YYWWD25
1
L10A
230V ~ 50Hz
N N L L 1
12-24V
PM005-53500R19295