NL
4.2 HOE HET WERKT
Stap 1: Druk lichtjes op „ON/OFF" nadat het toestel is ingeschakeld, houd „AC ON/OFF"
gedurende 1 seconde ingedrukt, waarna de wisselstroomuitgang wordt ingeschakeld.
Stap 2: Controleer of de ingangsspanning en frequentie van de belasting overeenkomen met
die van het Powerstation.
Stap 3: Controleer het vermogen van de belasting en zorg ervoor dat dit niet hoger is dan het
maximale vermogen van het energiestation.
Stap 4: Sluit het toestel op dit stopcontact aan en schakel de lastschakelaar in.
Stap 5: Druk na gebruik van het Powerstation
lichtjes op de ON/OFF knop om het uit te schakelen.
Stap 6: Wanneer de capaciteit is opgebruikt
of de resterende capaciteit te laag is, laadt u
het Powerstation op voor het volgende gebruik.
4.3 OPLADEN VAN DE POWERSTATION
U kunt de Powerstation op de volgende manieren opladen:
1. gebruik de standaard netadapter, sluit hiervoor het netsnoer aan op de adapter, sluit aan
de andere kant de DC-stekker aan op de ingangslaadaansluiting van het Powerstation, steek
vervolgens de 230V netstekker in een 230V huishoudelijk stopcontact.
+
=
2. opladen met de autolaadkabel: nadat u de auto hebt gestart, steekt u de 12V-stekker in
de 12V-aansluiting van de auto, de andere kant sluit u aan op de ingangsconnector van het
Powerstation.
3. opladen op zonne-energie - als u een zonnepaneel gebruikt om de centrale op te laden,
sluit u de meegeleverde adapterkabel aan op de zonnekabel van het zonnepaneel en sluit u
vervolgens de andere kant van de adapter aan op de ingangsconnector van de centrale (zorg
ervoor dat de maximale spanning van het zonnepaneel niet hoger is dan 40 V en de minimale
spanning niet lager is dan 29,4 V).
OPMERKING:
1. onze standaard voeding kan alleen worden gebruikt in onze Powerstation, gelieve het niet
64