4. GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN
Om een veilig transport te garanderen, is de centrale niet volledig opgeladen, laad de centrale
volledig op voor gebruik. Als u snel wilt opladen, gebruik dan onze standaard originele netad-
apter om op te laden, of gebruik een 36V 200~300W zonnepaneel om op te laden. Gebruik
voor de veiligheid alleen onze standaardlader. Koppel de oplader los wanneer het Power
Station volledig is opgeladen.
4.1 GEBRUIK VAN DE WISSELSPANNINGSUITGANGEN (AC)
Neem voor gebruik de volgende instructies in acht:
1. Zorg ervoor dat de ingangsspanning en frequentie van de verbruiker overeenstemmen met
die van de BPS1000 & BPS1500.
2. Zorg ervoor dat het nominale vermogen van de verbruiker lager is dan 1000W (BPS1000) /
1500W (BPS1500), het is beter als het nominale vermogen niet hoger is dan 80%.
* Doet u dit niet, dan kan de Powerstation beschadigd raken of uitvallen.
* Als het vermogen van uw aangesloten belasting hoger is dan 1000W (BPS1000) / 1500W
(BPS1500), kies dan een andere Powerstation met een hoger vermogen.
Opmerking: Sommige apparaten hebben bij het inschakelen een veel hoger vermogen
dan het nominale vermogen, b.v. de startstroom van apparaten met inductieve belasting is
gewoonlijk 3-8 maal hoger dan het nominale vermogen, het startvermogen van spaarlampen
is tientallen malen hoger dan het nominale vermogen. Als het startvermogen hoger is dan
het piekvermogen van het Powerstation, treedt de overbelastingsbeveiliging in werking en
schakelt het Powerstation uit.
De centrale is uitgerust met overbelastings-, kortsluitings- en overtemperatuurbeveiliging. Als
aan de volgende voorwaarden is voldaan, schakelt de centrale de stopcontacten uit:
• Als het belastingsvermogen van de eenheid hoger is dan het nominale vermogen van de
Powerstation.
• Als er een kortsluiting is in de aangesloten belasting.
• Als de temperatuur in het toestel te hoog is.
• Als de batterijspanning te laag is.
NL
63