PROGRAMMERING
De perfecte staat van de verkoopautomaat en de beant-
woording ervan aan de normen van de betreffende installa-
ties moet minstens een keer per jaar door gespecialiseerd
personeel gecontroleerd worden.
De onderhoudswerkzaamheden moeten verricht worden
met de automaat onder spanning en dus door gespeciali-
seerd personeel, opgeleid voor het gebruik van de automaat
en ingelicht over de specifieke risico's die deze toestand
met zich meebrengt.
Om bij open deur spanning te geven aan de automaat, is het
voldoende het daarvoor bestemde sleuteltje in de schake-
laar te steken.
Ook met ingestoken sleuteltje blijven de verkoop-
motoren uitgeschakeld, dankzij de daarvoor bestemde
schakelaar (zie fig. 5).
Dat vermijdt het risico van eventuele ongelukken.
Voor elektrische manoeuvres op de rotoren is het
noodzakelijk om bij gesloten deur te werken.
Bij open deur heeft men geen toegang tot de onder
spanning staande delen. Binnenin de automaat blijven
alleen de door bedekking beschermde delen onder
spanning, deze delen worden aangegeven met het
plaatje: «spanning uitschakelen alvorens de bedekking
te verwijderen».
Alvorens deze bedekking te verwijderen is het noodza-
kelijk eerst de externe schakelaar uit te schakelen.
De sluiting van de deur is alleen mogelijk nadat het
sleuteltje uit de deurschakelaar is genomen.
KAARTFUNCTIES EN SIGNAALLAMPEN
De elektronische kaart leidt alle functies van de automaat,
om precies te zijn:
- Seriële interface voor elektronische geldautomaat
Executive van 24Vca.
- Parallelle interface voor geldproever van 24Vdc.
- Seriële interface voor geldautomaten MDB.
- Programmering van het aantal selecties van 1 tot 10.
- Programmering van de verkoopprijs van elke selectie.
- Functie time-out voor verkoopmotoren, regelbaar van 0
tot 30 seconden.
- Programmering muntwaarden voor gebruik met munt-
proever 24V.
- Registratie verkooptotalen voor elke selectie.
- Registratie totaalbedrag van alle verkopen.
- Registratie van de totale waarde van het geïncasseerde
geld.
- Registratie van de motorblokkeringen door tussen-
komst van time-out.
- Registratie van de in totaal uitgevoerde motor-resets.
- Registratie van het voorgekomen aantal storingen in de
seriële transmissie.
© by NECTA VENDING SOLUTIONS SpA
Fig. 27
CN1
Seriële interface Executive
CN2
Seriële interface MDB
CN3
Expansie RS232
CN4
Niet gebruikt
CN5
Interface muntproever 24V
CN6
Niet gebruikt
CN7
LED segmenten display
CN8
Voorbereid voor LCD
CN9
Input/output toetsenbord van 1 tot 6
CN10
Input/output toetsenbord van 7 tot 8
CN11
Input/output toetsenbord van 9 tot 10
CN12
Micro leeg en motorkam van 1 tot 7
CN13
Micro leeg motorkam 8
CN14
Micro leeg motorkam van 9 tot 10
CN15
Uitgang motoren van 1 tot 8
CN16
Uitgang motoren van 9 tot 10
CN17
Voeding kaart
CN18
Niet gebruikt
CN19
Voeding MDB
CN20
Niet gebruikt
CN21
Niet gebruikt
F1
Zekering motoren
F2
Zekering kaartvoeding 24Vca
RL1-10
Relais motoren
J9
Contacten voor reset
LED L1 is normaal uit; hij knippert wanneer er geen
communicatie is met de geldautomaat.
LED L2 brandt bij aanwezigheid van 24 V cc
LED L3 brandt bij aanwezigheid van 5 V cc
Trimmer TR1 regelt het contrast van het LCD-scherm
(beschikbaar als optional)
Knop P1 stelt de elektronische kaart op nul.
115
01 10 126-03