Montage Betaalsysteem; Elektrische Aansluiting; Configuratie Distributiemodules; Distributiemodules Voor Blikjes - Necta Vending Solutions SpA Zeta 550-9 Installation, Mode D'emploi, Entretien

MONTAGE BETAALSYSTEEM

De automaat wordt zonder betaalsysteem verkocht. Daarom
is de verantwoordelijkheid voor alle schade aan het appa-
raat zelf of aan zaken en personen, voortkomend uit
verkeerde installatie van het betaalsysteem, geheel en
uitsluitend voor degene die de installatie heeft uitgevoerd.
- Monteer de geldautomaat en controleer of de munt-
trechter van de keuzeschakelaar en de hendel voor
geldteruggave overeenkomen met de muntenglijkoker
en met de winkelhaak voor de keuze-opening;
- afhankelijk van het type geldautomaat kan het nodig
zijn, voor het verkrijgen van de coïncidentie, om de
plastic stoppen in de aanliggende kabels te verplaat-
sen;
- controleer of de programmering van de betreffende
parameters correct is.
Fig. 15
1 - Squadretta apertura selettore
2 - Scivolo monete
3 - Cave per tasselli plastici

ELEKTRISCHE AANSLUITING

Het apparaat is voorbestemd voor elektrische functionering
bij een enkelfasige spanning van 230 V~ en is beveiligd met
zekeringen van 10 A.
Voor de aansluiting moet worden vastgesteld dat de gege-
vens op de identificatieplaat overeenkomen met die van het
elektriciteitsnet, in het bijzonder:
- de waarde van de netspanning moet tussen de voor de
aansluitpunten aanbevolen grenswaarden liggen;
- de hoofdschakelaar moet de geschikte kenmerken
hebben om de gevraagde belading te verdragen en
moet een omnipolaire uitschakeling van het net verze-
keren met een openingsafstand van de contacten van
minstens 3 mm.
De schakelaar, de contactdoos en de betreffende stek-
ker moeten op een goed bereikbare plaats worden
aangebracht.
De elektrische beveiliging van het apparaat is alleen verze-
kerd wanneer het apparaat correct verbonden is aan een
doeltreffende aardleiding zoals voorzien door de geldende
veiligheidsvoorschriften.
© by NECTA VENDING SOLUTIONS SpA
Het is noodzakelijk deze fundamentele veiligheidsvereiste
te controleren en in twijfelgevallen de installatie zorgvuldig
laten controleren door vakkundig geschoold personeel. De
voedingskabel is van het type met onverbreekbaar verbon-
den stekker.
De eventuele vervanging van de verbindingskabel mag
alleen door opgeleid personeel worden uitgevoerd. Daarbij
mogen alleen kabels worden gebruikt van het type HO5 RN-
F of HO5VV-F ofwel HO7 RN-F 3 x 1-1,5 mm
Het is verboden om adapters, veelvoudige contact-
dozen e/o verlengsnoeren te gebruiken.
DE FABRIKANT WIJST ELKE VERANTWOORDELIJK-
HEID AF VOOR SCHADE DIE VEROORZAAKT IS DOOR
HET NIET OPVOLGEN VAN DE BOVENBESCHREVEN
VOORZORGSMAATREGELEN.
CONFIGURATIE DISTRIBUTIE-
MODULES
Indien men de kenmerkende afmetingen van de te distribu-
eren producten wenst te veranderen, is het mogelijk, met
gebruikmaking van enkele op aanvraag verkrijgbare onder-
delen, om de distributiemodules voor blikjes of de kolom-
men (enkele en dubbele) opnieuw te configureren.
De automaat is voorzien van een meegeleverde tabel,
waarin de door de fabrikant met proeven bepaalde
afstellingen staan aangegeven voor enkele van de
meest voorkomende typen van producten.
De afstellingen voor andere typen van producten kan
bepaald worden door de hierna verstrekte aanwijzingen op
te volgen.
In elk geval is het nodig om een proef uit te voeren voor
elke module om zeker te zijn van de goede functionering.
Bijzonder onregelmatige of niet stevige producten kunnen
ongeschikt zijn voor de automatische distributie.

DISTRIBUTIEMODULES VOOR BLIKJES

De modules kunnen geschikt worden gemaakt voor de
distributie van blikjes van 250, 330 en 355 cc, door
eenvoudig de geleiders bij de inlaat van de twee bovenste
glijbanen te vervangen door anderen van de geschikte
maat. De geleider heeft de functie te verhinderen dat de
blikjes rondom zichzelf draaien en overdwars komen te
liggen.
De geleiders zijn vastgehaakt aan de linkerwand van de
module (zie fig. 6) en zijn met een enkele schroef bevestigd.

KOLOMMEN

De kolommen kunnen geschikt worden gemaakt voor de
distributie van:
- flessen met diameter van 62 t/m 73 mm en hoogte van
246 t/m 285 mm in enkele rij;
- flessen met diameter van 62 t/m 73 mm en hoogte van
196 t/m 246 mm in dubbele rij;
- blikjes diam. 66 mm van 250, 330 en 355 cc. in vier-
dubbele rij,
door de hierna geïllustreerde procedure te volgen.
Al naar gelang het type van de fles kan het nodig zijn om
de zo vastgestelde afstellingen aan te passen.
110
2
doorsnede.
01 10 126-03