nl
NEDERLANDS
3. Bij een te hoge stroomsterkte (die zich bijv.
voordoet bij een lang aanhoudende blokkering)
wordt de machine uitgeschakeld.
Machine bij de drukschakelaar (10) uitscha-
kelen. Daarna normaal verder werken. Zorg
ervoor dat zich verder geen blokkeringen voor-
doen.
6.2
Accupack
Het accupack (7) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
U vindt de instructies voor het opladen van het
accupack in de gebruiksaanwijzing van de Metabo-
lader.
Bij Li-Ion-accupacks met capaciteits- en
signaalindicatie (9) (afhankelijk van de uitvoering):
- Druk op knop (8) waarna de laadtoestand wordt
aangegeven door de led-lampen.
- Wanneer een led-lampje knippert, is het accupack
bijna leeg en moet weer worden opgeladen.
6.3
Accupack verwijderen, plaatsen
Uitnemen: Toets voor de ontgrendeling van het
accupack (6) indrukken en het accupack (7)
uitnemen.
Inbrengen: Accupack (7) inschuiven tot het inklikt.
6.4
Zaagblad inzetten, uitnemen
Voor alle onderhoudswerkzaamheden: het
accupack uit de machine halen.
Raak na het werk niet direct het zaagblad aan,
omdat dit bijzonder heet kan zijn en verbran-
ding van de huid kan veroorzaken.
Gebruik in de regel reciprozaagbladen.
1 Spanhuls (1) in de richting van de pijl draaien en
vasthouden.
2 Zaagblad (14) tot aan de aanslag inbrengen of
uitnemen.
3 Spanhuls (1) loslaten. (De spanhuls draait in de
uitgangsstand terug.)
4 Controleer of het zaagblad goed is bevestigd.
Aanwijzing bij gebruik van decoupeerzaag-
bladen: Er kunnen reciprozaagbladen en decou-
peerzaagbladen worden geplaatst. Gebruik in de
regel reciprozaagbladen. Let er bij het inbrengen
van decoupeerzaagbladen in het bijzonder op, dat
het decoupeerzaagblad loodrecht op de aanslag
wordt geplaatst. Draai de spanhals (1) langzaam in
de uitgangspositie terug en let er daarbij op dat het
zaagblad in de inkeping ligt.
20
Aanwijzing: Mocht een zaagblad zijn afgebroken
en niet met de hand uit de zaagblad-spaninrichting
kunnen worden verwijderd, draai dan de spanhuls
(1) in de richting van de pijl en houdt hem vast. Haak
vervolgens de punt van een zaagblad aan het afge-
broken deel aan en trek het uit de snelspaninrich-
ting. Een fijntandig metalen zaagblad is hiervoor het
meest geschikt.
6.5
Aanslag instellen
Door de aanslag (13) te verschuiven, kan de zaag-
diepte worden begrensd (bijv. bij het zagen voor
een wand).
Verschuif de aanslag (13) af en toe om ervoor te
zorgen dat het zaagblad gelijkmatig afslijt.
1 De toets (12) indrukken en de aanslag (13) in
de gewenste positie schuiven.
2 De toets (12) loslaten en de aanslag
verschuiven tot hij inklikt.
Controleer of de aanslag (13) goed vastzit.
7. Gebruik
7.1
In- en uitschakelen, slagfrequentie
Inschakelblokkering (4):
drukschakelaar (10) geblokkeerd.
drukschakelaar (10) ontgrendeld.
Inschakelen, toerental: drukschakelaar (10)
indrukken. De slagfrequentie kan met de drukscha-
kelaar worden veranderd.
Uitschakelen: drukschakelaar (10) loslaten.
7.2
Tips voor het werk
Zagen:
Gebruik een zaagblad dat is afgestemd op het te
zagen materiaal.
Druk de machine met de aanslag (13) tegen het
werkstuk aan. Schakel de machine eerst in en
breng het zaagblad pas daarna in contact met het
werkstuk .
Zorg ervoor dat u met een bewegend zaagblad niet
tegen voorwerpen of de grond aankomt (terugslag-
gevaar, breuk van het zaagblad!)
Pas het aantal slagen aan het te zagen materiaal
aan.
Voorkom overmatige druk op het zaagblad (in het
bijzonder bij lange zaagbladen).
Schakel direct de machine uit wanneer het zaag-
blad vast komt te zitten. Maak de zaagvoeg met een