Houd het apparaat dit maal
enige centimeters verder
naar rechts of links van het
vorige oppervlak.
Het verborgen object zoeken
of de positie ervan bepalen
De zoek- resp. plaatsbepalings-
procedure is in alle 4 modi gelijk
en wordt aan de hand van de
afbeeldingen verduidelijkt.
Het gevonden object moet
steeds twee maal met het ap-
paraat worden overkruist. De
overkruising gebeurt hierbij in
tegengestelde richtingen.
Na de ijking schuift u het ap-
paraat langzaam in horizontale
richting langs de wand (zie af-
beelding). U mag het apparaat
niet optillen of kantelen.
a) Het display geeft alleen de
modus aan = geen object in
de buurt.
Als u het gezochte object
nadert, wordt de eerste balk
in het LCDscherm opgevuld.
Bij een volledig staafdi-
agram, zet u op dit punt een
markering (zie afbeelding).
Markeer dit punt
11