Als u een samengesteld teken met een hoofdletter wilt invoeren, drukt u op h (of op
☞
g en h om de Caps-modus in te schakelen) voordat u op de lettertoets drukt.
☞
U kunt een samengesteld teken ook selecteren door de bijbehorende code in te voeren
(zie de bovenstaande tabel). Als u bijvoorbeeld "A2" typt en vervolgens op n
drukt, wordt "À" toegevoegd aan de tekst.
Een streepjescode invoeren
Met de streepjescodefunctie kunt u een streepjescode afdrukken als onderdeel van een
label.
☞
Aangezien dit apparaat niet specifiek is ontworpen voor het maken van speciale
streepjescodelabels, kunnen sommige streepjescodelezers deze labels wellicht niet lezen.
☞
Streepjescodelezers kunnen wellicht geen streepjescodes lezen die zijn gedrukt met
bepaalde kleuren inkt op bepaalde kleuren labellint. Druk streepjescodelabels af met
zwarte tekens op witte tape.
Bovendien kunt u met de diverse streepjescodeparameters aangepaste streepjescodes
maken.
(breedte van de streepjes)
(cijfers onder de streepjescode)
CHECK DIGIT
☞
De parameter CHECK DIGIT (controlecijfer) is alleen beschikbaar bij de typen
CODE 39, I-2/5 en CODABAR.
Streepjescodeparameters instellen
1
Druk op g en vervolgens op c.
2
Druk op l of r totdat de gewenste parameter wordt weergegeven.
3
Druk op u of d totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
4
Herhaal stap
5
Druk op n.
18
Parameter
TYPE
WIDTH
UNDER#
2
3
en
totdat alle parameters naar wens zijn ingesteld.
Instellingen
CODE 39, I-2/5, EAN13, EAN8, UPC-A,
UPC-E, CODABAR, EAN128, CODE128
MEDIUM, SMALL, LARGE
ON, OFF
OFF, ON