EN
FR
NL
ES
Afbeelding 7
IT
Onderhoudsschroef
DE
PL
RU
Afbeelding 8
1
Afbeelding 9
nl
4
3
Afstandsring
2
2,5 mm
BMV3 / BMV4 / BMV5 : 662Y1000 • A
2.
INSTALLATIE
2.1.
Afmetingen voor de montage
Afmetingen voor de aansluiting tussen de brander en de ketel
voldoen aan DIN EN 226 (afmetingen in mm), zie afbeelding 7.
2.2.
Installatie van de brander
• De flens en passende pakking aan de ketel vasthechten
met behulp van de 4 M8 bouten De bevestigingshaak van
de flens moet bovenaan geplaatst zijn.
• De branderbuis door de flens zachtjes duwen tot het sa-
menkomen van flens en overeenkomende vlak van de
branderbehuizing. Specifieke instructies volgen van de
ketelfabricant indien aangegeven.
• Bevestigingsvijsje op de flens vastmaken.
Opgelet : Speciaal aandacht besteden aan de orien-
tatie van de flens, om de juiste hellingsgraad van de
brander te bekomen (zie afb. 6).
• Installeer de recirculatie buis.
2.3.
Onderhoudspositie
Onderhoudschroef A 1/2 toer losdraaien met behulp van een
4mm imbussleutel, zie afb.8. De brander lichtjes naar links
draaien, uit de flens trekken en in onderhoudspositie plaat-
sen zoals op afb.9 getoond.
2.4.
De verstuiver vervangen
• Draai schroef (2) los met een 4-mm inbussleutel en verwij-
der de vlamkering (1) (zie afb. 9).
• Selecteer verstuiver (3) overeenkomstig het vereiste be-
reik (zie tabel op pagina 9).
• Verwijder de huidige verstuiver (3) en breng de geselec-
teerde verstuiver aan (zie afb. 9).
• Zie afb. 10 voor de afstand tussen de vlamkering (1) en de
verstuiver (3).
•
Breng vlamkering (1) aan en draai schroef (2) stevig vast.
Opgelet : Vlamkering en sproeier kunnen heel warm zijn!
• De instellingen van de ontstekingselektroden moeten
worden gecontroleerd en/of opnieuw worden afgesteld
(zie afb. 10).
•
Breng de brander vervolgens in de bedrijfsstand en draai
de onderhoudsschroef stevig vast.
2.5.
Tabel verstuivers
Het oliedebiet dat in de tabel verstuivers wordt gespecifi-
ceerd, heeft betrekking op een viscositeit van de voorver-
warmde stookolie van circa 2 mm²/s.
2.6.
Minimumafmetingen branderbehuizing
Voor verbrandingswaarden met een lage uitstoot is het
noodzakelijk dat de minimumafmetingen van de ketel wor-
den aangehouden (volgens EN 267).
Minimumafmetingen branderbehuizing
Diameter resp.
Oliedebiet
hoogte en breedte
1,0 - 2,0 kg/h
Ø 225 mm
2,0 - 6,0 kg/h
Ø 300 mm
Diepte van vlamkering
250 - 350 mm
350 - 612 mm