Het is dus nodig dat de dieren zich in het terrarium kunnen onttrekken aan de UVB-bestraling, wat met
spots zoals de Bright Sun perfect mogelijk is want de UV-straling is slechts plaatselijk. Bovendien tonen
studies aan dat het lichaam regulerende mechanismen bezit die een overproductie van de giftige vitamine
D3 verhinderen. Deze regeling functioneert wel enkel bij een zo natuurlijk mogelijk UV-spectrum. Voor het
omvormen van provitamine in vitamine D3 is bovendien warmte nodig. Hier scoort de Bright Sun-lamp, want
in tegenstelling tot buislampen en compactlampen levert ze de nodige warmtestraling.
Het is trouwens bewezen dat zowel de schadelijkheid van UVB-stralen als de werkzaamheid voor vita-
mine D3-synthese, enkel betrekking heeft tot bepaalde bereiken van het UVB-spectrum en ook binnen dit
spectrum nog extreem versterkt kunnen zijn. Het opbouwen van vitamine D3 vindt bv. vooral plaats in het
bereik van 280 tot 305 nm. Het optimum ligt bij 295 nm, hier wordt ongeveer 10 maal zoveel provitamine D3
als bij 310 nm gebouwd. Vanwege de schadelijke werking van UVB-bestraling met korte golf, dient straling
onder 290 nm te worden vermeden - ook in de zon bevindt er zich geen UVB onder 290 nm.
De Bright Sun-lamp kan beter dan welke lamp ook de zon simuleren. Ze vertoont een hoge lichtintensi-
viteit en goede warmteafgifte. Bovendien heeft ze een hoog UVA-aandeel en een UVB-straling in het juiste
golflengtebereik voor vitamine D3-synthese.
De stralingshoeveelheid werd bewust iets lager dan die van de zon gehouden, om de veiligheid in een be-
grensde biotoop zoals een terrarium te garanderen. Daarom kan de Bright Sun de hele dag blijven branden
en is hij toch veilig en efficiënt in gebruik, om uw dieren te voorzien van belangrijke UVB.
UV: meten en beoordelen
Vele fabrikanten geven UV-percentages aan op de verpakking. Dit verstrekt eigenlijk weinig nuttige infor-
matie, en het zegt niet of de lamp werkelijk voor reptielen geschikt is want het vermogen en het bestraalde
oppervlak (verspreiding van het UV-licht) worden niet in rekening genomen. 10% UVB mag dan veel klinken,
maar als de lamp slechts 20W heeft, dan is de UVB-dosis eigenlijk minder dan 3% UVB bij een 100W lamp.
Vele fabrikanten zijn daarom overgestapt naar een opgave met microwatt/cm2 (µW/cm2) waarbij dan ook
het bestraalde oppervlak in rekening wordt genomen. Maar ook deze waarden zijn misleidend, want ze zijn
afhankelijk van de afstand en hebben betrekking op het hele UVB-bereik. Zo is het bij een kleine waarde on-
mogelijk te bepalen of de lamp veilig is voor het dier en of ze geschikt is voor de synthese van vitamine D3.
Ditzelfde geldt ook voor metingen met breedband-UV-meetapparaten (bv. Solarmeter 6.2). Deze apparaten
geven de hoeveelheid energie (µW), die een lamp in de UVB-bereik, tussen de 280 tot 315 nm uitzendt per
(cm2) op een bepaalde afstand. Zo wordt er het hele spectrale bereik van UVB bij de berekening betrokken.
Een dergelijk apparaat kan niet exact bepalen welke golflengtes voor de gemeten energie verantwoordelijk
zijn. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de lamp slechts in een heel nauw spectraal bereik heel veel UVB-straling
afgeeft. En zo is het ook mogelijk dat de waarde eigenlijk de som is van kleinere stralingssterktes die zich
over een breed spectraal bereik uitstrekken. Veel UV-lampen tonen bv. een hoge stralingsintensiteit in het
313 nm-bereik, zoals typisch is voor de emissie van kwikzilver. Voor de vitaminesynthese is deze golflengte
niet interessant, maar het meetapparaat zal toch duidelijke waarden weergeven.
Dat kan al snel tot gevolg hebben dat een lamp zonder UVB in het bereik 290-305 nm hogere waarden op
de breedbandmeter geeft dan een goede lamp met evenwichtig spectrum die zoveel effectiever is voor de
UV-voorziening van uw dieren.
Vergelijkingen tussen verschillende UV-lampen enkel op basis van een breedbandmeter zijn niet moge-
lijk tenzij er een spectrumanalyse beschikbaar is die nauwkeurig weergeeft in welke bereiken de straling