pictogram van het "Weermannetje" en de binnentemperatuur en vochtigheid weergegeven. Als dit
na 60 seconden nog steeds niet het geval is, neem de batterijen dan uit en wacht 10 seconden
alvorens deze weer te plaatsen.
3.
Nadat de batterijen in de sensor zijn geplaatst begint het Weerstation data van de sensor te
ontvangen. De buitentemperatuur en het pictogram van de signaalontvangst zullen nu door het
Weerstation worden weergegeven. Als dit na 5 minuten niet het geval is, dienen de batterijen te
worden uitgenomen en herstart te worden vanaf stap 1.
4.
Teneinde voldoende ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal te verzekeren mag de afstand tussen
de sensor en de uiteindelijke positie van het Weerstation niet meer bedragen dan 100 meter (zie
opmerkingen onder "Ophangen" en "868 MHz-ontvangst").
5.
Zodra de op afstand gemeten temperatuur door het Weerstation is ontvangen en wordt
weergegeven, wordt automatisch de ontvangst van de DCF-tijd (radiografisch bestuurde tijd)
gestart. Dit duurt normaliter en in gunstige omstandigheden tussen 3-5 minuten.
Let op:
•
Het Weerstation ontvangst slechts één buitensensor.
•
Als de atoomtijd (DCF-tijd) niet binnen 10 minuten is ontvangen druk dan op de SET-toets om met
de hand een verlopige tijd in te stellen.
•
Dagelijkse DCF-ontvangst vindt dagelijks plaats tussen 02:00 en 03:00. Als ontvangst om 03:00
niet geslaagd is, worden om 04:00 en 05:00 en 06:00 nieuwe pogingen gedaan totdat ontvangst
115