3.4 Optionele aansluitingen
3.4.1 Spanningsdetectie
Om eventueel kabelverlies te compenseren tijdens het laden, kunnen er twee
detectiedraden worden aangesloten om de spanning rechtstreeks op de accu te meten.
Gebruik een draad met een doorsnede van 0,75mm² en plaats een zekering van 0,1
ampère dicht bij de accu.
Tijdens het laden van de accu compenseert de lader het spanningsverlies over de DC-
kabels tot een maximum van 1 Volt (m.a.w. 1V over de positieve verbinding en 1V over de
negatieve verbinding). Als het spanningsverlies groter dan 1V dreigt te worden, wordt de
laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1V.
De gevarendriehoek op de LCD knippert als het spanningsverlies 1 Volt bereikt
3.4.2 Temperatuursensor (zie afbeelding 1)
De bijgeleverde temperatuursensor kan worden gebruikt voor temperatuurgecompenseerd
laden. De sensor is geïsoleerd en moet op de minpool van de accu worden gemonteerd.
3.4.3 CAN-bus-interface
De lader is voorzien van twee CAN-bus RJ45-aansluitingen.
De CAN-bus op deze lader is niet galvanisch geïsoleerd. De CAN-bus is
gebonden aan de min-aansluiting van de accu.
De CAN-bus-interface is aardgebonden als de minpool van de accu geaard is.
In het geval van een positief geaard systeem hebt u een CAN-isolatiemodule nodig om de
CAN-bus-interface te aarden.
Om aardlussen te voorkomen, beschikt de laadcontroller over een interne 33 Ohm
weerstand tussen CAN-GND en de min-uitgang van de accu van de laadcontroller.
Het uiteinde van een CAN-kabel moet voorzien zijn van een busafsluiter. U doet dit door in
de ene RJ45-aansluiting een busafsluiter te plaatsen en in de andere de CAN-kabel. Bij een
knooppunt (twee CAN-kabels, één in elke RJ45-aansluiting) is geen afsluiter vereist.
De CAN-bus op deze lader is niet galvanisch geïsoleerd. De CAN-bus is
gebonden aan de min-aansluiting van de accu.
De CAN-bus interface is aardgebonden als de minpool van de accu geaard is.
In het geval van een positief geaard systeem hebt u een CAN-isolatiemodule nodig om de
CAN-bus interface te aarden.
Om aardingslussen te voorkomen, beschikt de laadcontroller over een interne 33 Ohm
weerstand tussen CAN-AARD en de min-uitgang van de accu van de laadcontroller.
8