Verhelpen Van Storingen - Bosch PFS 3000-2 Notice Originale

– Reinig indien nodig de vulzeef (12) grondig met verdun-
ningsmiddel.
– Reinig de buitenkant van het reservoir (7) en het
spuitpistool (1) met een doek die met verdunningsmiddel
is bevochtigd.
– Laat vóór de montage alle onderdelen grondig drogen.
– Monteer het fijnspuitsysteem weer in omgekeerde volgor-
de.
Schuif de reservoirafdichting (15) weer naar boven in de
groef van de stijgbuis (16).
Zorg ervoor dat de reservoirafdichting rondom precies in
de stijgbuisgroef is geplaatst, om het spuitpistool correct
af te dichten.
Let erop dat u de stijgbuis (16) weer tot aan de aanslag
op het verfkanaal (18) schuift.
Luchtfilter reinigen (zie afbeelding N)
De luchtfilter (31) moet af en toe worden gereinigd. Is de
luchtfilter sterk vervuild, dan moet hij worden vervangen.
– Open de luchtfilterafdekking (26).
– Verwijder de luchtfilter (31).
– Lichte vervuiling:
Klop de luchtfilter (31) uit.
of
Sterke vervuiling:
Reinig de luchtfilter (31) onder stromend water en laat
deze vervolgens goed drogen om schimmelvorming te
vermijden.

Verhelpen van storingen

Probleem Oorzaak
Spuitmateriaal dekt niet Hoeveelheid spuitmateriaal te gering
goed
Afstand tot spuitoppervlak te groot
Te weinig spuitmateriaal op spuitoppervlak,
niet vaak genoeg over spuitoppervlak gespoten
Spuitmateriaal te dik
Spuitmateriaal loopt na het Te veel spuitmateriaal aangebracht
aanbrengen uit
Afstand tot spuitoppervlak te gering
Spuitmateriaal te dun
Te vaak over dezelfde plaats gespoten
Te grove verstuiving Hoeveelheid spuitmateriaal te groot
Te gering luchtvolume
Witte spuitkop (10) gemonteerd (te grote
spuitkopdiameter)
Sproeiernaald (14) vuil
Spuitmateriaal te dik
Luchtfilter (31) sterk vervuild
Te sterke verfnevel Te veel spuitmateriaal aangebracht
Te groot luchtvolume
Bosch Power Tools
of
Vervang de luchtfilter (31).
– Breng de luchtfilter weer aan.
– Sluit de luchtfilterafdekking (26) weer.
Gebruik het fijnspuitsysteem nooit zonder luchtfilter.
u
Vuildeeltjes kunnen in de motorruimte komen en deze be-
schadigen.
Materiaal afvoeren
Verontreinigd verdunningsmiddel, spuitmateriaalresten en
evt. verdunningsmiddelresten moeten vakkundig en ecolo-
gisch verantwoord worden afgevoerd. Neem de aanwijzin-
gen van de fabrikant voor het afvoeren van afval en de plaat-
selijke voorschriften voor het afvoeren van klein chemisch
afval in acht.
Chemicaliën die schadelijk zijn voor het milieu, mogen niet in
de bodem, het grondwater of in oppervlaktewater terechtko-
men. Giet chemicaliën die schadelijk zijn voor het milieu,
niet in de riolering!
Opbergen
– Voordat u het fijnspuitsysteem opbergt, reinigt u het fijn-
spuitsysteem grondig en laat u alle onderdelen vóór de
montage zorgvuldig drogen.
Wanneer het fijnspuitsysteem niet wordt gebruikt, fungeert
het elastiek (28) samen met de pin (24) op de basiseenheid
(21) als praktische opbergmogelijkheid voor de luchtslang
(19) (zie afbeelding O).
Verhelpen
Instelwiel (4) richting stand 5 draaien
Spuitafstand verkleinen
Vaker over het spuitoppervlak spuiten
Spuitmateriaal opnieuw verdunnen en proef-
spuiten
Instelwiel (4) richting stand 1 draaien
Spuitafstand vergroten
Origineel spuitmateriaal toevoegen
Verf verwijderen en bij tweede spuitpoging niet
zo vaak op één plaats spuiten
Instelwiel (4) richting stand 1 draaien
Schuifschakelaar (25) naar rechts schuiven
Grijze spuitkop (11) monteren
Sproeiernaald reinigen
Spuitmateriaal opnieuw verdunnen en proef-
spuiten
Luchtfilter vervangen
Instelwiel (4) richting stand 1 draaien
Schuifschakelaar (25) naar links schuiven
Nederlands | 79
1 609 92A 685 | (09.09.2021)