13 Bedieningspaneel
11
20
19
Abb. 7:
Bedieningspaneel MicorStick 200 ControlPro
LED storing
11
brandt continue, als het apparaat oververhit is,
knippert in het geval van storing (zie hoofdstuk
storingsmeldingen), geen ontsteking van de
vlamboog mogenlijk.
LED afstandbediening
12
brandt bij aangesloten handafstandbediening.
Met draaiknop 13 geeft men de maximale waarde
voor het instelbereik van de afstandbediening in.
Is hier b.v. 100A ingesteld, kan met de handaf-
standbediening 10-100A worden afgeroepen.
Draaiknop lasstroom
13
Dient voor het traploos instellen van de lasstroom.
Alsmede voor de selectie van de parameters en
de instelling van de parameterwaarden.
LED TIG
14
llights up if TIG mode is selected.
LED elektrode basic
15
brandt bij gekozen werkingswijze elektrode
basisch. (elektrode met een basische bekleding).
LED elektrode rutil
16
brandt bij gekozen werkingswijze elektrode rutiel
(elektrode met een rutiele bekleding).
- 58 -
12
13
LED elektrode CEL
17
brandt bij gekozen werkingswijze elektrode CEL
(elektrode met een cellulose bekleding, geschikt
voor vertikaal neergaand lassen).
Toets elektrode / TIG
18
Dient voor de keuze van de werkingswijze. Voor
de keuze van werkingswijze TIG moet de toets
voor minstens 2 seconden ingedrukt worden.
Toets Menu/secundaire parameters dient om de
19
secundaire parameters te kunnen oproepen.
Het 7-segmentendisplay toont de geselecteerde
20
stroomsterkte.
Wanneer secundaire parameters zijn geactiveerd,
wordt afwisselend de code en de instelwaarde
van de secundaire parameter weergegeven.
Na het inschakelen van het apparaat
– knipperen alle aanduidingen voor ca. 2 seconden
als zelftest
– en is de laatst ingestelde werkingswijze voorhan-
den
909.2779.9-00
Bedieningspaneel
14
15
16
17
18
09.16