Apparaat-elementen
1 Bevestigingsclip
2 Patronenfilter
3 Vlotter
4 Zuigkop
5 Zuigslang met elleboog
6 Kabelhaak/insteekbus voor elleboog
7 Slang-/kabelhouder
8 Handgreep
9 Vergrendeling van de zuigkop
10 Vuilreservoir
11 Zwenkwiel
12 Gestel
13 Vloersproeier
14 Luchtinlaatleidingen
15 Hoofdschakelaar
16 Zuigbuis
17 Houder (smal)
18 Houder (breed)
19 Netkabel
20 Typeplaatje
Inbedrijfstelling
LET OP
Bij het zuigen moet de patroonfilter altijd
aangebracht zijn.
Droogzuigen
– Bij het opzuigen van fijn stof kan ook
nog een papieren filterzak gebruikt wor-
den.
– Bij het omschakelen van nat- naar
droogzuigen moet de natte patroonfilter
eerst gedroogd of door een droge pa-
troonfilter vervangen worden.
Inbouw papieren filterzak
Afbeelding
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Papieren filterzak opzetten.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
26
Inbouw rubber lippen
Afbeelding
Borstelstrook demonteren.
Rubber strippen inbouwen.
Aanwijzing: De gestructueerde kant van
de rubber strippen moet naar buiten wijzen.
Papieren filterzak wegnemen
– Bij het opzuigen van nat vuil moet de
papieren filterzak altijd verwijderd wor-
den.
Apparaat inschakelen
Steek de netstekker in de contactdoos.
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar in.
Reinigingswerking
Reiniging uitvoeren.
Vuilcontainer leegmaken
– Het zuigkanaal is uitgerust met een
vlotter.
– Als het maximaal toegelaten vuilwater-
niveau in het reservoir bereikt is, wordt
de zuigstroom onderbroken.
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar uit.
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Vuilcontainer legen.
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar uit.
Netstekker uittrekken.
Vuilcontainer legen.
Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen door afzuigen en afvegen met
een vochtige doek.
– 2
NL
Natzuigen
Bediening
Na elk bedrijf