Honeywell FENZY AERIS MINI Notice D'utilisation page 58

BESCHRIJVING VAN DE FENZY AERIS MINI (Afbeelding 1)
De FENZY AERIS MINI is een aanpasbaar toestel dat aan een groot aantal behoeften inzake ademhalingsbescherming kan
beantwoorden.
De modulariteit van de FENZY AERIS MINI is afhankelijk van:
•
Het type persluchtfles (materiaal, capaciteit, druk)
•
Van de schroefdraad en van de afsluiter van de gebruikte fles
•
Van het model van het volgelaatsmasker
Werkingsprincipe
Een autonoom open circuit ademluchttoestel werkt met een reserve van perslucht onder hoge druk. Dit toestel stelt de gebruiker in staat
om op vraag voorzien te worden van ademlucht die afkomstig is uit de fles van het toestel.
De perslucht van de fles wordt eerst vrijgegeven onder gemiddelde druk door de eerste zone (reduceerventiel). Vervolgens komt de
lucht in de tweede zone (de longautomaatl) om na drukvermindering in het ademluchtmasker terecht te komen aan een inadembare
druk.
De longautomaat zorgt voor een lichte overdruk in het masker, ongeacht het ademhalingsritme, waardoor de indringing van
omgevingslucht wordt vermeden.
Transporttas
•
De tas beveiligt het transport van het toestel. Een riem zorgt ervoor dat de fles in de transporttas blijft zitten.
Reduceerventiel (Afbeelding 2)
•
Het reduceerventiel verzekert de stabiliteit van de gemiddelde druk, ongeacht de restdruk in de fles(sen) of het ademhalingsritme,
•
De klep wordt bevestigd op het rugstuk en kan aangepast worden aan alle kraantypes in functie van de schroefdraad van het
wieltje,
•
Het reduceerventiel werkt op 200 of 300 bar,
•
Een veiligheidsklep opent wanneer de gemiddelde druk de toegestane drempel overschrijdt in het geval van een afwijkende
werking,
•
Deze reduceerklep is aangesloten op een slang onder gemiddelde druk, naar het inademventiel,
•
Het reduceerventiel wordt geregeld om een gemiddelde druk van om en bij de 7 bar te genereren,
•
Optioneel kan de tweede uitgang van het reduceerventiel voorzien worden van een verbindingsstuk met gemiddelde druk
waarvan de configuratie afhankelijk is van het type gelaatstuk en van de snelle verbinding.
Drukmeter en fluitje
Dankzij een drukmeter met wijzerplaat kan de druk in de fles afgelezen worden.
Een krachtig fluitje dat gevoed wordt door een gemiddelde druk waarschuwt de gebruiker indien de hoge druk naar 55 bar valt, wat
overeenkomt met een resterende autonomie van ongeveer 3 minuten bij een normaal ademhalingsritme.
Het fluitje treedt automatisch in werking, ongeacht de druk, en blijft fluiten tot wanneer de fles afgesloten wordt of leeq is.
Dit fluitje treedt automatisch in werking, ongeacht de druk, en het fluitende geluid houdt aan tot wanneer de fles dichtgedraaid wordt of
leeg is.
Inademventiel
Het toestel FENZY AERIS MINI kan uitgerust worden met één van volgende ventielen,
•
SA 5000, (Afbeelding 3)
•
SA 5000 Zénith, (Afbeelding 3)
•
SX-PRO. (Afbeelding 4)
De ventielen zijn voorzien van een Air Klic en worden eenvoudig op het masker aangesloten via een palinrichting.
De verwijdering van de ventielen kan enkel via een bedoelde handbeweging gebeuren door met gelijke kracht op de knopen van de
Air Klic te duwen.
In het geval van inademventielen van het type SA 5000 of SA 5000 ZENITH stopt/start een ingebouwde koppelsensor automatisch de
overdruk in het masker bij het pallen/verwijderen van de longautomaat.
Het toestel FENZY AERIS MINI kan alternatief met een longautomaat van het type SX-PRO uitgerust worden. In dat geval gebeurt de
uitschakeling van de overdruk in het masker automatisch bij de eerste inademing van de gebruiker.
De gebruiker kan, indien hij dat wenst, echter ook manueel de overdruk uitschakelen door in het midden van de by-passknop te drukken.
De laterale knop voor eerste inademing laat toe om na verwijdering van de longautomaat de luchttoevoer in ventiel SX-PRO te
onderbreken.
Bij gebruik in koude omstandigheden kan de aanwezigheid van eventuele vochtigheid in de longautomaat zorgen
voor de vorming van witte kristallen binnenin en bijgevolg de werking wijzigen.
Elke vorm van vochtigheid in de longautomaat en in de leiding voor gemiddelde druk is dus verplicht te vermijden.
Het is in het bijzonder noodzakelijk om het ventiel volledig droog te maken na reiniging.
De by-pass kan bij het dragen van het toestel een extra luchttoevoer in het ademluchtmasker brengen. Deze dient ook om het circuit van
het toestel na gebruik te zuiveren.
Het ventiel wordt geregeld om een statische overdruk van om en bij de 3 mbar te leveren.
NL-2