4. Steek de slang (2) in de slangadapter (3) en zet de slang vast door te drukken totdat u 'klik' hoort. Trek
er even voorzichtig aan om u ervan te vergewissen dat de slang op z'n plaats zit. (zie figuur 5)
5. Het stoomapparaat is nu klaar voor gebruik.
HET STOOMAPPARAAT GEBRUIKEN
1. Steek de stekker in het stopcontact, zet de aan-/uitschakelaar met de hand of voet in de stand ON (aan),
zoals weergegeven in figuur 6 (het controlelampje gaat branden).
Schakel het apparaat niet in wanneer het waterreservoir niet gevuld is met water; er kan er oververhitting
optreden.
Wacht 2 à 3 minuten totdat er stoom uit het apparaat komt.
Let op: Wanneer er stoom wordt gemaakt of condensatie optreedt, maakt het apparaat een murmelend
geluid. Gebeurt dit terwijl u aan het werk bent, hou dan de sproeikop omhoog om de overtollige con-
densatie terug te laten lopen in het apparaat.
2. Hang alle jurken, jasjes, jassen, truien op de gebruikelijke hangers. Wilt u pantalons en stropdassen
stomen, dan wordt een pantalonhanger aanbevolen.
3. Houd dan het kledingsstuk op met behulp van de juiste hanger in de hangkop.
4. Stoom met een neerwaartse beweging, zoals beschreven in Figuur 7, om te voorkomen dat uw hand in
aanraking komt met de stoom. Gebruik uw andere hand om het te stomen deel recht te trekken en
gebruik uw vingers om het te stomen materiaal te verplaatsen.
5. Stoom langzaam door het materiaal zachtjes aan te raken met de sproeikop, waardoor kreukels meteen
zullen verdwijnen. Het is uitermate belangrijk om de aanraking van de sproeikop te combineren met
directe stoom. Sommige kledingsstukken kunt u beter binnenste buiten stomen. Met enige oefening
kunt u snelheid en efficiëntie bereiken (Zie Figuur 8).
Let op: Stoom met de slang rechtop, zodat de condensatie terugstroomt in het stoomapparaat. Wanneer
u dichtbij de grond stoomt, d.w.z. lager dan 1 m, dient u de slang REGELMATIG even recht op te hou-
den om deze vrij te houden van condensatie.
Raak zijde of fluweel NIET aan met de sproeikop..
LAAT HET STOOMAPPARAAT NIET DROOGSTOMEN
NA GEBRUIK
1. Na het gebruik van het stoomapparaat dient u de uitschakelaar in te drukken (het controlelampje dooft
nu) en haal de stekker uit het stopcontact.
2. Hang de sproeikop rechtop in de slangophanghouder, wanneer u deze niet gebruikt.
3. Giet het water na ieder gebruik uit het apparaat. Dit is belangrijk, omdat anders micro-organismen in
het water kunnen ontstaan die het apparaat kunnen aantasten.
Daarom dient u het water regelmatig te verversen.
WAARSCHUWING:
1. Raak de sproeikop nooit aan voordat deze volledig is afgekoeld.
2. Gebruik het apparaat nooit zonder water.
3. Haal de stekker na ieder gebruik uit het stopcontact.
4. Gebruik de hendel van het waterreservoir niet om het hele apparaat te dragen, omdat het anders kan
kantelen.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het apparaat reinigt.
• Laat het apparaat afkoelen en gebruik een vochtige doek om te reinigen.
• Gebruik nooit agressieve schoonmaak- of oplosmiddelen.
Reiniging van het waterreservoir:
Dit dient regelmatig te gebeuren om te voorkomen dat micro-organismen in het water-
reservoir ontstaan.
1. Maak het reservoirdeksel los en til het op om het waterreservoir los te maken.
2. Giet er oud water uit als het lang niet is gebruikt.
3. Vul het waterreservoir opnieuw en giet het water eruit.
Van tijd tot tijd, afhankelijk van de kwaliteit van uw water, dient u het waterreservoir te
desinfecteren. Doe als volgt:
1. Maak het reservoirdeksel los en til het op om het waterreservoir los te maken.
2. Vul het met schoon water en voeg hier een halve theelepel chloorbleekmiddel aan toe.
3. Schud stevig.
7