8.
Sluit de waterslangadapter (vrouwelijke
aansluiting) aan op de waterinlaat van de
hogedrukreiniger en sluit de waterslang
(mannelijke aansluiting) aan op de
waterslangadapter.
AFB. 9
GEBRUIK
Plaats de hogedrukreiniger op een vlakke,
stabiele ondergrond. Steek de stekker in het
stopcontact.
WATERVOORZIENING
LET OP!
Verontreinigingen in het water kunnen de
hogedrukpomp en accessoires beschadigen.
Watertoevoer uit open reservoir
De hogedrukreiniger kan worden gebruikt
met een zuigslang met een terugslagklep om
oppervlaktewater uit een vat, vijver of iets
dergelijks op te zuigen.
1.
Vul de zuigslang met water.
2.
Sluit de zuigslang aan op de
wateraansluiting van de hogedrukreiniger
en plaats het andere uiteinde in het
waterreservoir (bijvoorbeeld een
regenton).
3.
Ontlucht de hogedrukreiniger zoals
hieronder getoond voor gebruik.
4.
Start de hogedrukreiniger met de
schakelaar.
5.
Ontgrendel het spuitpistool.
6.
Druk de knijpgreep in. De
hogedrukreiniger wordt gestart.
7.
Laat de hogedrukreiniger aan staan totdat
er water zonder bellen door het mondstuk
komt.
LET OP!
Laat de hogedrukreiniger niet langer dan
2 minuten zonder vloeistof draaien; hierdoor
raakt de hogedrukpomp beschadigd.
Als de druk niet binnen 2 minuten hoog
genoeg wordt, zet u de hogedrukreiniger
uit en volgt u de instructies in de
probleemoplossingstabel.
8.
Vergrendel het spuitpistool.
HOGEDRUKSPOELING
BELANGRIJK!
•
Houd het mondstuk bij het reinigen
minimaal 30 cm van gelakte
oppervlakken om beschadiging te
voorkomen.
•
Controleer of de schakelaar in de
uit-stand staat en steek de stekker in
een correct geïnstalleerd stopcontact.
LET OP!
De hogedrukreiniger moet tijdens gebruik
op een vlakke, stabiele ondergrond worden
geplaatst.
AFB. 10
1.
Sluit de watertoevoer aan en steek de
stekker in het stopcontact.
2.
Open de waterkraan.
3.
Houd het spuitpistool met beide handen
stevig vast.
4.
Richt het mondstuk op het te reinigen
oppervlak.
5.
Ontgrendel de knijpgreep en druk de
greep in totdat een gelijkmatige straal
door het mondstuk stroomt en eventuele
lucht uit de slang komt.
6.
Laat de knijpgreep los.
7.
Zet de aan/uit-schakelaar in de AAN-
stand.
NL
73