HOE TE BEHANDELEN
1. ZET DE LASER AAN, ONTGRENDEL HEM
EN STEL HET BEHANDELNIVEAU IN (ZIE
PAGINA 140-142)
2. ZET HET BEHANDELVENSTERTJE OP
DE HUID. WANNEER U EEN PIEPTOON
HOORT, HAAL HET APPARAAT DAN
METEEN VAN DE HUID EN GA DOOR
MET STAP 3.
•
Als u binnen enkele seconden geen pieptoon
hoort, zorg er dan voor dat het behandel-
venstertje vlak tegen de huid gedrukt is. De
laser functioneert alleen wanneer het hele
venstertje de huid raakt.
•
Als u een zoemtoon hoort in plaats van een
pieptoon, hebt u het apparaat van de huid
gehaald voor de laserpuls voorbij was. Het is
normaal dat de tijd tussen de piepjes langer
wordt naarmate de behandeling vordert. Dit
zou geen invloed moeten hebben op het
resultaat.
143
OPMERKING: het is normaal dat zodra u het
toestel ontgrendelt, het koelventilatortje aan-
gaat en warme lucht uitstoot aan de onder-
kant. Wanneer dit gebeurt, kunt u gewoon
doorgaan met de behandeling en hoeft u voor
de behandeling van het volgende plekje, niet
te wachten tot de ventilator uitgaat.
3. ZET DE LASER WEER OP DE HUID OP
DIE MANIER DAT HIJ OVERLAPT MET HET
VOORGAANDE PLEKJE.
•
Elke keer dat u het behandelvenstertje
verplaatst, verschuif het dan ongeveer over
een afstand van de helft van de grootte
van het venstertje (ongeveer 5 mm) in een
'stansende' beweging.
•
Dit zorgt voor een overlappend patroon
op de te behandelen zone, wat garandeert
dat u alle haarzakjes behandelt. Dit komt
neer op ongeveer 40 laserpulsen per 10
vierkante cm.