Inbedrijfstelling - Hach BOD System Mode D'emploi

NL
7 Inductief roersysteem
Afbeelding 22, roeraandrijving, voedingseenheid, Y-kabel
7.1 Beschrijving van apparatuur en functie
Het inductieve roersysteem is ontworpen voor het roeren van vloeistoffen in speciale BZV-fl essen. Het
bestaat uit een zeer platte roeraandrijving met 6 roerpunten en de voedingseenheid. De inductieve
roeraandrijving zonder motor (daarom vrij van slijtage) is ideaal geschikt voor het roeren in thermo-
staatkasten bij continu gebruik. Door zijn hermetische inkapseling is deze volledig beschermd tegen
druppelend water. Het kan onder ruwe omgevingsomstandigheden worden toegepast.
De grote ruimte tussen de roerpunten zorgt ook in de thermostaatkast voor een goede ventilatie
van de fl essen. De roeraandrijving wordt via de voedingseenheid gevoed en heeft een ingebouwde
besturingselektronica. Bij het inschakelen garandeert een softstart met een gereduceerd toerental een
gelijkmatig starten en centreren van de magneetroerstaafjes.
De elektronisch gestuurde automatische bewaking verlaagt het toerental ongeveer elke 40 seconden.
Daardoor wordt elk magneetroerstaafje gedurende een paar seconden opnieuw in het midden van
de fl es gecentreerd. Daarmee kunt u probleemloos bij ingeschakeld apparaat afzonderlijke fl essen
verwisselen.
Vanwege de synchrone werking is een onderlinge storing van de magneetroerstaafjes praktisch on-
mogelijk.
7.2

Inbedrijfstelling

WAARSCHUWING! Neem de VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN aan het begin van de gebruiksaanwijzing
in acht.
GEVAAR! Elektrische schok.
De voedingseenheid alleen met droge handen gebruiken! De voedingseenheid alleen in droge ruim-
tes gebruiken! De voedingseenheid niet gebruiken als het beschadigd is! De voedingseenheid alleen
in daarvoor geschikte, onbeschadigde stopcontacten steken! De voedingseenheid alleen met een
primaire spanning en frequentie gebruiken, die met de technische gegevens van de voedingseenheid
overeenkomen!
GEVAAR! Magnetisme
De magnetische velden kunnen invloed hebben op magnetisch veld gevoelige, magnetische of meta-
len delen (bijv. informatiedragers, pacemakers, horloges, magneetstrippen,...). Houd deze delen uit de
buurt van de roeraandrijving en de magneetroerstaafjes.
110
1 Voedingseenheid
2 DC aansluitleiding
3 Roeraandrijving
4 Roerpunt
5 Y-kabel
BOD Direct plus_BMU_2 03/2016