5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Montage (fi g. 3 -6)
•
Kettingspanmechanisme de houder in steken
(fig. 3) en van beneden vastschroeven d.m.v.
de stervormige schroef (fig. 4).
•
Kettingscherpslijper voor ingebruikneming op
een gepaste plaats (beschermd tegen stof,
droog, goed verlicht) op een gepaste onder-
laag (b.v. werkbank) vastmaken m.b.v. beves-
tigingsschroeven M8 en moerplaatjes (fig. 5).
•
Let er wel op dat de montageplaat van de ket-
tingscherpslijper tot tegen de aanslag op de
onderlaag moet worden geschoven (fig. 6).
6. Bediening
Let op! Voor elke afstelling op het toestel altijd
eerst het toestel uitschakelen en de netstekker uit
het stopcontact verwijderen.
6.1 Scherp te slijpen ketting de geleiderail in
plaatsen (fi g. 7)
Te dien einde de kettingvastzetschroef (6) los-
draaien.
6.2 Slijphoek overeenkomstig de gege-
vens van uw ketting afstellen (fi g. 8)
(doorgaans tussen 30° en 35°).
•
Vastzetschroef voor de slijphoekafstelling (4)
losdraaien.
•
Gewenste slijphoek aan de hand van de
schaal (3) afstellen.
•
Vastzetschroef (4) terug aanhalen.
6.3 Kettingstopper afstellen (fi g. 9/10)
•
Kettingstopper (1) op de ketting klappen
•
Ketting naar achteren tegen de kettingstopper
(1) trekken tot die een snijschakel (A) stopt.
Let op! Hierbij dient erop te worden gelet dat
de hoek van de gestopte snijschakel overeen-
komt met de slijphoek. Als dit niet het geval is,
de ketting met één snijschakel verder trekken.
•
Slijpkop (10) omlaagklappen tot de slijpschijf
Anl_GC_CS_85_E_SPK13.indb 65
Anl_GC_CS_85_E_SPK13.indb 65
NL
(8) de scherp te slijpen kettingschakel (A)
raakt. (Te dien einde kan de ketting met
de afstelschroef van de kettingstopper (2)
lichtjes naar voren en achteren worden ver-
plaatst).
6.4 Dieptebeperking afstellen (fi g. 10 )
Slijpkop (10) omlaagklappen en slijpdiepte
afstellen m.b.v. de afstelschroef (7). Let op!
De slijpdiepte moet worden afgesteld zodat de
volledige snijkant van de snijschakel scherp wordt
geslepen.
6.5 Ketting vastzetten (fi g. 7).
Kettingvastzetschroef (6) aanhalen.
6.6 Schakel slijpen (fi g. 10/11)
•
Let op!
•
Gebruik het toestel alleen voor het slijpen van
zaagkettingen. Slijp of snij nooit andere mate-
rialen.
•
Klem de zaagketting vóór het slijpen vast in
de geleiderail. Daardoor wordt het kantelen
van de slijpschijf door een loszittende zaag-
ketting voorkomen.
•
Leid de slijpschijf langzaam langs de zaag-
ketting. Wordt de slijpschijf te snel en met een
ruk in contact gebracht met de zaagketting,
kan schade aan de slijpschijf worden berok-
kend. Wegspringende stukken kunnen letsel
veroorzaken!
•
Toestel met AAN-UIT-schakelaar (9) inscha-
kelen.
•
Slijpschijf (8) met slijpkop (10) voorzichtig
tegen de afgestelde schakel leiden.
•
Toestel met AAN-UIT-schakelaar (9) uitscha-
kelen. Op die manier dient elke tweede scha-
kel van de ketting scherp te worden geslepen.
Om te weten wanneer elke tweede schakel
van de gehele ketting scherp geslepen is ra-
den wij aan de eerste schakel te merken (b.v.
met krijt). Als alle snijschakels van de ene
kant scherp zijn geslepen moet de slijphoek
op hetzelfde graadgetal van de andere kant
van de hoekafstelling worden afgesteld. Daar-
na kunt u beginnen (zonder verdere afstellin-
gen te moeten uitvoeren) de schakels van de
andere kant scherp te slijpen.
6.7 Afstand van de dieptebeperkers afstellen
(fi g. 12/13)
Als de ketting helemaal scherp geslepen is
moet erop worden gelet dat de afstand van de
dieptebeperkers in acht wordt genomen (de diep-
tebeperkers (C) moeten lager zitten dan de snij-
- 65 -
15.09.2021 13:40:37
15.09.2021 13:40:37