nl
|
Montage
3. De vlamdetector zodanig richten dat hij de gewenste dekking biedt en stevig
op zijn plaats bevestigen. De vlamdetector zodanig oriënteren dat de status-
LED en de aardingsbout zich direct onder de lens bevinden.
86
3.4.2
Elektrische installatie – algemene informatie
De vlamdetector kan functioneren via een standaard 3- of 4-draads aansluiting.
Er zijn twee types alarmuitgangen tegelijkertijd beschikbaar:
–
0 - 20 mA
–
Relais (alarm en storing)
Gebeurtenis
Stroom-/detectorstoring
Storing voedingsspanning laag
Optische storing
Detector werkt normaal
Alarm
*Aux-alarm – configureerbaar
Overschrijding
Opmerkingen:
–
De tolerantie op de bovenstaande uitgangen bedraagt +/-0,3 mA stroom
met een maximum lusweerstand van 500 ohm.
–
Bijkomende 0 - 20 mA waarden kunnen worden geconfigureerd en moeten,
indien nodig, worden gespecificeerd bij de bestelling. Het optische
storingssignaal kan op 2 mA worden geconfigureerd in plaats van op
1,5 mA en het alarmsignaal kan worden verhoogd tot 20 mA.
®
–
Het HART
7 protocol is op het 0 – 20 mA signaal gesuperponeerd om
toegang te verlenen tot meer diagnostische informatie.
1)
De vlamdetector kan in de fabriek worden geconfigureerd met een Aux-alarmvertraging (20 mA)
tussen 0 s en 10 s in stappen van 1 seconde bovenop de normale responstijden van het 18 mA
alarmsignaal. Wanneer het Aux-alarmsignaal wordt vertraagd, wordt het 20 mA signaal vooraf-
gegaan door het 18 mA alarmsignaal, om de normale responstijden te bereiken zoals getest
door Factory Mutual volgens FM3260. Als het 20 mA alarmsignaal wordt vertraagd, wordt het als
een Aux-alarmniveau beschouwd.
Gebruiksaanwijzing
Uitgang (in mA)
0
1
1,5
4
18
20
21
1)
|
Flame 1500