Nederlands
Radiomodule
De besturing in de uitvoering ar t. nr. AS04260 bevat al een radiomodule 433 Mhz en DECODERING (codes DIP28bit , DIP 12bit, Rolling-codes).
Er kunnen maximaal 200 verschillende codes in het geheugen worden opgeslagen.
Codes leren
Druk op de toets P1 (LEARN). LED DL1 gaat branden om aan te geven dat de ontvanger gereed is om een afstandsbediening te leren, ongeacht
of dit met DIP- of Rolling-codes is (automatische herkenning van het type code). Nadat het systeem het type code heeft geleerd, accepteert
het alleen die familie codes, d.w.z. als de eerste een Rolling-code is, moeten ook alle andere rolling-codes zijn.
U kunt nu de eerste toets van een zender indrukken (of de 2e – 3e of 4e). Als hij de code geleerd heeft, geeft de ontvanger een commando
aan de besturing. Zonder opnieuw op de toets P1 te drukken kunnen andere afstandsbedieningen van dezelfde familie worden geleerd,
enzovoorts totdat alle afstandsbedieningen geleerd zijn.
Nadat de laatste afstandsbediening geleerd is, moet worden gewacht tot de led DL1 uitgaat (ongeveer 6 seconden), hetgeen aangeeft dat
het systeem het zelfleren van de afstandsbedieningen heeft afgesloten en gereed is om normaal te functioneren. In het geval van fouten moet
het codegeheugen gereset worden, door op de toets P1 te drukken (led DL1 gaat branden) en hem ingedrukt te houden totdat LED DL1 uitgaat
Wanneer de toets wordt losgelaten knippert led DL1 eenmaal (om aan te geven dat het geheugen leeg is), daarna gaat hij weer branden en
is het systeem opnieuw gereed om een afstandsbediening te leren (om het even DIP-codes of Rolling-codes).
Afstandsbedieningen met rolling-codes leren zonder toegang tot de besturing
Nadat u het systeem een afstandsbediening manueel heeft laten leren (door op de toets P1 te drukken), is het mogelijk het zelfleren van
andere afstandsbedieningen van dezelfde familie vrij te geven, zonder dat u zich toegang verschaft tot de besturing.
In de buurt van de besturing druk toets 1 en 2 van de al geleerde zender tegelijker tijd 2 seconden in, en druk ver volgens de toets van een
nieuwe afstandsbediening in om deze zelf te leren.
Bufferbatterij
Het is mogelijk de bufferbatterij te plaatsen zodat het bedieningsmechanisme ook kan werken als er geen 230V netspanning aanwezig is.
Als het bedieningsmechwerkt met uitsluitend de bufferbatterij , is het iets langzamer.
Deze batterij moet worden aangesloten op de klemmen CN11 (positive pool), en CN10 (negative pool).
Oplossen van storingen
Verzeker u er vóór elke montage of onderhoudsingreep van dat de voeding afgekoppeld is
Gebruik alleen originele toebehoren en ver vangingsonderdelen van Gi.Bi.Di.
STORINGEN
Rode leds DL1 en DL2 branden
De aandrijving opent niet of sluit niet
Rode led DL3 uit
Rode led DL5 uit
Na de werktijd sluit de poort niet
Wanneer op de 2e toets van de
afstandsbediening wordt gedrukt,
wordt de voetgangerscyclus niet
uitgevoerd
De zender heeft weinig reikwijdte
De kaart leert de zender code niet
WAARSCHUWINGEN
Bij het aanleggen van de bedrading en/of inbouw van de RADIOMODULE mag de apparatuur niet worden gevoed.
Bij het gebruik van deze apparatuur moeten de aanwijzingen van de fabrikant strikt worden opgevolgd, op straffe van verval van de
garantie.
De installatie en/of het onderhoud mogen uitsluitend worden verricht door gekwalificeerde vakmensen, en met inachtneming van de
geldende wetsvoorschriften.
De fabrikant acht zich niet aansprakelijk voor eventuele schade die voortkomt uit oneigenlijk en/of onredelijk gebruik.
Gi.Bi.Di. behoudt zich het recht voor om op elk moment en zonder enige waarschuwing vooraf wijzigingen aan te brengen met het doel het
product te verbeteren.
PROFESSIONELE AUTOMATISMEN VOOR HEKKEN EN GARAGES
MOGELIJKE OORZAKEN en OPLOSSINGEN
Besturing in programmeer fase. Zet DIP 1 op OFF
Controleer of de rode leds DL5 en DL3 branden en ga na of de fotocellen correct functioneren.
Controleer of de fotocellen correct zijn verbonden
Controleer de zekering F2 (10A)
Controleer of de ingang STOP verbonden is met een knop met NC contact of dat de brug
aangebracht tussen de klemmen 5 en 6 (LET OP: de ingreep van de STOP veroorzaakt een
functionele stop, GEEN veiligheidsstop)
Controleer of de trimmers RV1 en RV2 niet helemaal tegen de klok ingedraaid zijn
Controleer of de DIP5 op ON staat en of de voetgangerstoets van de afstandsbediening tevoren
aangeleerd is.
Controleer of de antenne correct geplaatst is (massa klem 20, kern klem 21 bij apparatuur met
ingebouwde radio, art. nr. AS04260. Als er een inplugbare ontvanger (ar t. nr. AU01710) wordt
gebruikt, moet de antenne worden aangesloten op de klemmen op de ontvanger.
Controleer of er geen storingsbronnen aanwezig zijn van de straalverbindingen, of andere storin-
gen die de reikwijdte beperken.
Ga na of het maximum aantal dat opgeslagen kan worden, bereikt is (200)
Ga na of er afstandsbedieningen van dezelfde familie als de eerste afstandsbediening worden
geleerd: DIP- SWITCH of ROLLING
Ga na of de frequentie van de radio-afstandsbediening dezelfde is als die van de ontvanger
48