7.2.1 Vervangen van de klingen
Gebruik alleen originele klingen, aangezien an-
ders functies en veiligheid niet zijn gegarandeerd.
De maairobot is uitgerust met drie aan een mes-
senschijf (11) gemonteerde klingen (10). Deze
klingen (10) hebben een levensduur van maxi-
maal 3 maanden (wanneer er geen hindernissen
worden getroff en). Vervang alle drie klingen (10)
gelijktijdig om uit te sluiten dat de effi ciëntie en
balans van uw apparaat negatief wordt beïnvloed.
Om de klingen (10) te vervangen gaat u als volgt
te werk (afbeelding 12) - Opgelet! - Handschoe-
nen dragen:
1. Draai de bevestigingsschroeven los.
2. Neem de klingen (10) eraf en vervang deze
door nieuwe. Vervang alle drie klingen (10)
altijd per set.
3. Daarna draait u de bevestigingsschroeven
weer vast. Let erop dat de nieuwe klingen
(10) vrij kunnen worden gedraaid.
Voer regelmatig een algemene controle van de
maairobot uit en verzamel alle opgezamelde res-
ten. Vóór elk begin van een seizoen de toestand
de klingen (10) absoluut controleren. Wend u bij
reparaties tot onze klantendienst. Gebruik alleen
originele onderdelen.
7.2.2 Software update
Wanneer u de software wilt updaten, kopieer
dan de nieuwe software op een lege USB-stick
(eventueel de USB-stick eerst formatteren). Zorg
ervoor dat de accu volledig is geladen, voordat u
de volgende stappen uitvoert.
1. Zet de maairobot op het te maaien terrein. De
maairobot mag zich bij de software update
niet in het laadstation bevinden.
2. Sluit aan de USB-aansluiting zoals afgebeeld
een USB-stick aan (afbeelding 11).
3. Schakel de hoofdschakelaar (7) in (ON).
4. Druk gelijktijdig op de POWER-toets (60) en
de toets 'OK' (61). Houd de toetsen 5 secon-
den lang ingedrukt. Nu branden alle LEDs
(50, 51, 52, 53) aan het bedieningsveld (2).
5. Druk op de toets '4' / Vergrendelingstoets (65)
om het update proces te starten. De tijd-LEDs
(50) geven de huidige progressie aan. Als alle
5 tijd-LEDs (50) ononderbroken branden, dan
is het proces afgesloten.
6. Na enkele seconden doven de tijd LEDs (50)
weer en de maairobot gaat naar de normale
operationele toestand, waarin maar één tijd
LED (50) brandt.
7. Trek de USB-stick eruit.
Anl_FREELEXO_BT_SPK13.indb 146
Anl_FREELEXO_BT_SPK13.indb 146
NL
7.2.3 Reparatie van de begrenzingsdraad
Als de begrenzingsdraad (18) op een bepaald
punt wordt doorgesneden, gebruik dan voor de
reparatie de meegeleverde kabelverbinder (16).
Daarvoor steekt u beide uiteinden van de doorge-
sneden begrenzingsdraad (18) in de kabelverbin-
der (16) en drukt u deze met behulp van een tang
samen. Steek de netstekker in de contactdoos.
Controleer vervolgens aan de hand van de LED-
indicatie (21) aan het laadstation (19) de werking.
7.3 Bestelling van onderdelen:
Bij de bestelling van onderdelen moeten de vol-
gende gegevens worden vermeld:
•
Type van het apparaat
•
Artikelnummer van het apparaat
•
Ident.-nummer van het apparaat
•
Onderdeelnummer van het benodigde onder-
deel
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.Einhell-Service.com
Reserve klingen art.-nr.: 34.140.20
8. Opslag
Laad de accu (A) vóór opslag gedurende de
winter volledig op en schakel de maairobot via de
hoofdschakelaar (7) uit (OFF). Neem de accu (A)
uit het apparaat. Isoleer de voedingseenheid (13)
van de stroomtoevoer en het laadstation (19).
De begrenzingsdraad (18) kan in de winter buiten
worden gelaten. Zorg er echter wel voor dat de
aansluitingen zijn beschermd tegen corrosie.
Isoleer daartoe de aansluitingen van de begren-
zingsdraad (18) van het laadstation (19).
Berg het apparaat en het toebehoren op op
een donkere, droge, vorstvrije en voor kinderen
ontoegankelijke plaats. De optimale opslagtem-
peratuur ligt tussen 5 °C en 30 °C. Bewaar het
apparaat in de originele verpakking.
- 146 -
22.09.2021 10:12:24
22.09.2021 10:12:24