2.2) SCHEMA VOOR DE AANSLUITINGEN:
Om bij aansluitingswerkzaamheden van componenten zowel op laagspanning (230 V) als op zeer lage spanning (24 V) of bij het
aanbrengen van de verschillende kaarten de veiligheid van de technicus te garanderen en schade aan de verschillende
componenten te voorkomen, geldt het volgende:
De besturingseenheid mag absoluut niet onder spanning staan.
Het verdient aanbeveling met het insteken van eventuele apart verkrijgbare kaarten "RADIO", "PER" of "CARICA" te wachten tot
nadat u met het installeren klaar bent en alleen nadat u gecontroleerd hebt of de installatie goed werkt. De apart verkrijgbare kaarten
zijn niet noodzakelijk om de installatie te laten werken en maken, indien aangebracht, het opsporen van eventuele defecten moeilijker.
Alvorens de motoren, het waarschuwingslicht en de neveninrichtingen aan te sluiten dient u de polariteit (plus - min) daarvan te
controleren; de encoders hebben geen polariteit.
Wij herinneren u er bovendien aan dat de ingangen van de contacten van het type Normaal gesloten (NC) dienen, indien niet gebruikt,
via een brug verbonden dienen te worden; als er voor dezelfde ingang meerdere contacten zijn, dan worden die onderling SERIEEL
geschakeld, terwijl de ingangen van de contacten van het type Normaal open (NO) indien niet gebruikt, onderling PARALLEL
geschakeld dienen te worden. Het is absoluut noodzakelijk dat het mechanische contacten zijn en contacten zonder enige potentiaal;
er zijn geen aansluitingen toegestaan zoals die welke als "PNP", "NPN", "Open Collector" etc. etc gedefinieerd worden.
Als er in de installatie één enkele motor mocht zijn, sluit die dan op de uitgang van motor 2 van de besturingseenheid
aan en verbreek het bruggetje; laat de klemmetjes van motor 1 en desbetreffende encoder vrij.
F3
F2
GEMEENSCHAPPELIJK
F1
N.B.:
Installerings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd en ervaren personeel uitgevoerd worden en wel
conform de voorschriften van de Richtlijn 89/392 (Richtlijn machines) en met name EN 60204 (Elektrische uitrusting van de
machines) volgens de beste aanwijzingen der "Regelen der kunst". Degene die de installatie uitvoert, is verantwoordelijk voor
eventuele schade die de installatie kan veroorzaken.
KAART CARICA
STROOMMETING
STROOMMETING
MOTOR1
BRUGGETJE
LED
"OK"
MICROPROCESSOR
LED
ENCODER
MOT 1
M1 M2
MOT 2
M
M
RADIOKAART
MOTOR2
OPEN
AP
DIPSCHAKELAARS
FUNCTIES (1... 10)
>> <<
CH
SLUIT
KAART "PER"
LED INGANGEN
ANTENNE
2e KAN.RADIO
DIP SWITCH
PROGRAMMERING (11-12)
NL
93