vandaar recyclebaar.
De recirculatie van verpakkingen in de materiaalkringloop bespaart grondstoffen en vermin-
dert de hoeveelheid afval. Verwijder verpakkingsmaterialen die u niet meer nodig heeft op de
verzamelplaatsen voor recycling.
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
Dit product mag aan het einde van zijn levensduur niet via het normale huishoudelijk afval wor-
den verwijderd. Het symbool op het product en in de handleiding verwijst hierop. De werkstof-
fen zijn conform hun markeringen recyclebaar. Door hergebruik, recycling of andere vormen
van terugwinning van afgedankte apparaten levert u een belangrijke bijdrage eraan ons milieu
te beschermen. Vraag a.u.b. bij uw gemeentebestuur naar de bevoegde afvalverwerkings-
plaats.
EISEN AAN DE OPSTELPLAATS
Voor een veilig en foutvrij bedrijf van het apparaat moet de opstelplaats voldoen aan de vol-
gende vereisten:
Het apparaat moet worden geplaatst op een stevige, vlakke, horizontale en slipvaste on-
●
dergrond met voldoende draagvermogen.
Let erop dat het apparaat niet kan kiepen.
●
Kies de opstelplaats zodanig dat kinderen het snoer van het apparaat niet kunnen aanraken.
●
Plaats het apparaat niet op hete oppervlakken zoals bv. kookplaten of in de buurt ervan.
●
Gebruik het apparaat nooit buiten en bewaar het op een droge plaats.
●
Het apparaat is niet gepland voor de inbouw in een muur of een inbouwkast.
●
Plaats het apparaat niet in een hete, natte of vochtige omgeving.
●
De contactdoos moet makkelijk te bereiken zijn opdat de snoer desnoods snel kan worden
●
uitgetrokken.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voor een veilige en correcte werking van het apparaat moet er bij de elektrische aansluiting het
volgende in acht worden genomen:
Vergelijk vóór het aansluiten de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typepla-
●
tje met de gegevens van uw elektrisch net. Deze gegevens moeten overeenstemmen zodat
er geen schade aan het apparaat optreedt. Vraag bij twijfel een gekwalificeerde elektricien.
De contactdoos moet minstens beveiligd zijn met een 10A veiligheidsschakelaar.
●
Zorg ervoor dat het snoer niet beschadigd is en niet over hete vlakken of scherpe kanten
●
wordt gelegd.
Het snoer mag niet te strak zijn gespannen.
●
De elektrische veiligheid is pas dan gewaarborgd als het aan een reglementair geïnstalleer-
●
de, geaarde veiligheidsstroomkring wordt aangesloten. Het gebruik aan een niet geaarde
contactdoos is verboden. Laat bij onzekerheid de installatie door een elektricien controle-
ren. De fabrikant aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor schade die door een ontbre-
kende of onderbroken aarding werd veroorzaakt.
42