NEDERLANDS (Originele instructies)
1.
Knop
2.
Rode deel
3.
Accu
4.
Indicatorlampjes
5.
Testknop
6.
Aan-uitschakelaar
7.
Uit-vergrendeling
8.
Accu-indicator
9.
Functie-indicatorlampje
10. Hendel
TECHNISCHE GEGEVENS
Diameter van zaagblad
Max. zaagdiepte
Onbelast toerental
Totale lengte (met BL1830)
Nominale spanning
• Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
• Specificaties en accu's kunnen van land tot land verschillen.
• Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld om zacht staal te zagen.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
VOOR EEN
ACCUMETAALCIRKELZAAG
Zaagmethoden
1.
GEVAAR: Houd uw handen uit de buurt van
het zaaggebied en het zaagblad. Houd met uw
andere hand de voorhandgreep of de behuizing
van het gereedschap vast. Als u het gereedschap
met beide handen vasthoudt, kunt u nooit in uw
handen zagen.
2. Reik nooit met uw handen onder het werkstuk. De
beschermkap kan u niet beschermen tegen het
zaagblad onder het werkstuk.
Verklaring van het onderdelenoverzicht
11. Geleidelijn
12. Zaaglijn
13. Zool
14. Lampje
15. Asvergrendeling
16. Inbussleutel
17. Inbusbout
18. Buitenflens
19. Zaagblad
20. Binnenflens
Model
Nettogewicht
3. Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte van
ENE022-1
het werkstuk. Minder dan een volledige
zaagtandhoogte dient onder het werkstuk uit te
komen.
4. Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
vast met uw handen of benen. Zorg dat het
werkstuk stabiel is ten opzichte van de
GEA010-1
ondergrond. Het is belangrijk het werkstuk goed te
ondersteunen om de kans te minimaliseren dat uw
lichaam eraan blootgesteld wordt, het zaagblad
vastloopt of u de controle over het gereedschap
verliest.
5. Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan
het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
zaaggarnituur met verborgen bedrading in
aanraking kan komen. Door aanraking van onder
spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde
metalen delen van het gereedschap onder spanning
komen te staan zodat de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
GEB058-4
6. Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegeleider
of de langsgeleider. Hierdoor wordt de
nauwkeurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7. Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van de
juiste afmetingen en vorm (diamant versus rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de
bevestigingsmiddelen van het gereedschap, zullen
excentrisch draaien waardoor u de controle over het
gereedschap verliest.
8. Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde
bouten en ringen om het zaagblad mee te
21. Drukring
22. Haak
23. Schroef
24. Voorhandgreep
25. Achterhandgreep
26. Kleine inkepingen
27. Klembout
28. Breedtegeleider (liniaal)
DCS551
136 mm - 150 mm
57,5 mm (bij diameter 150 mm)
-1
3.900 min
332 mm
18 V gelijkstroom
2,9 kg
31