2. Druk naar beneden om de tafel aan de scoop te
klem m en zoals hier onder get oond :
Omsluit uw vingers om de tafel en scoop en druk
neerwaarts totdat u 2 klikkende geluiden per hoek
hoort.
A – Leg één van de beneden tafels op de grond. Sluit de tegenovergelegen hoeken eerst aan.
B – Sluit de derde scoop aan.
C – Sluit de middenniveautafel aan.
D – Sluit de topniveautafel (met de 2 blauwe cirkels op het speelvlak) aan.
E – Sluit de vierde scoop op alle drie niveaus aan.
1
2
Let op : de zwarte, rubberen voetstukken (meegeleverd) stabiliseren de pooltafel en beschermen het
oppervlak waarop u het spel plaatst.
EEN SPEL BEGINNEN
Speler 1 heeft de gestreepte speelbal
en objectballen 1, 2, 3 & 4.
Speler 2 heeft de effen speelbal
en effen objectballen 5, 6, 7 & 8.
De eerste speler die zijn 4 objectballen in de benedenpock-
ets speelt, wint!
1 – Plaats de objectballen in het ruitvormige rek met de effen
speelbal in het midden van de objectballen.
2 – Centreer het rek met de eerste objectbal aan top op een
stip op het topniveau.
3 – Verwijder het rek.
4 – Plaats de gestreepte speelbal op de andere stip van het
speelvlak.
HET SPEL SPELEN
Gebruik uw keu om uw gestreepte speelbal tegen de object-
ballen aan te stoten. U moet al uw objectballen potten; dat
wil zeggen, stoot al uw objectballen in de pockets. In tegen-
stelling tot traditionele poolspellen, speelt u op 3 niveaus
en kunt u uw objectballen opwaarts of neerwaarts potten
volgens de strategie die u in uw hoofd heeft. Om een bal op
de scoop te stoten, zodat deze teruggaat naar het vorige
niveau, zal enige oefening vergen. Het wordt aanbevolen
eerst te focussen op het stoten van neerwaartse ballen
alvorens te pogen ballen een niveau hoger te stoten. Houd
in gedachten dat de winnaar degene is,
26
3
die als eerste speler al zijn objectballen pot in de hoekpockets van het laagste niveau. Hieruit
volgend zou u uw tegenstander kunnen verhinderen dit te doen, door zijn objectballen opwaarts naar
de hogere niveaus te stoten.
Tip : Stoot de speelbal in het midden van de bal en stoot niet te hard.
Spelregels :
1.
Speler 1, de speler met de gestreepte speelbal, neemt de openingsstoot. Elke speler mag alleen met
zijn eigen speelbal andere ballen raken.
2.
Indien een speler één van zijn objectballen (met uitzondering van de speelbal) in een pocket opwaarts
of neerwaarts plaatst, dan mag hij nogmaals stoten.
3.
Een speler mag de speelbal van de tegenstander naar de verschillende niveaus op en neer stoten.
Indien een speler de speelbal van de tegenstander in de benedenpocket stoot, dan wordt de
tegenstanders speelbal verplaatst naar het bovenste niveau en neergelegd op één van de 2 stippen
bepaald door de tegenstander. De beurt van de speler is voorbij en de tegenstander moet vanaf de
top starten.
Bijv : Speler 1 schiet speler 2's speelbal in één van de beneden pockets. Speler 2's speelbal wordt
dan geplaatst op één van de blauwe cirkels op het oppervlak van het bovenste niveau. Het is nu speler
2's beurt om te spelen.
4.
Indien een speler zijn speelbal of een bal van zijn tegenstander naar een hoger niveau schiet, dan
krijgt hij nog een beurt.
5.
Indien een speler zijn speelbal in de benedenpocket stoot, dan is zijn beurt voorbij en wordt zijn
speelbal op één van de twee stippen op het topniveau geplaatst.
Bijv : Speler 1 schiet zijn speelbal in de benedenpocket. Speler 2 plaatst de speelbal van speler 1 op
het hoogste niveau op één van de twee blauwe stippen van zijn keuze. Het is speler 2's beurt om beurt
om te spelen
6.
Spelers verwisselen van beurt totdat één speler al zijn eigen objectballen in de onderste hoekpockets
heeft gepot.
Strategieën :
1.
Een speler mag strategisch er voor kiezen om zijn tegenstanders speelbal een niveau hoger of lager
te stoten.
2.
Een speler die moeite heeft om zijn objectbal een niveau hoger te stoten, kan ervoor kiezen om zijn
speelbal in een benedenhoekpocket te stoten om op die manier terug te keren naar het topniveau.
3.
Leren hoe de ballen uit de scoops komen op het laagste niveau, zodat de speler kan bedenken welke
scoop het beste is om te gebruiken om de objectbal zo te raken dat deze op het benedenniveau in de
pocket gaat.
4.
Leren hoe de speelballen te raken of hoe de tegenstanders ballen de scoop omhoog te stoten, zal het
gemakkelijker maken extra beurten te verkrijgen en uzelf opnieuw in lijn te leggen voor betere stoten.
5.
Door uw tegenstanders speelbal in een benedenhoekpocket te stoten, dwingt u uw tegenstander terug
te keren naar het topniveau.
Let op : Leun nooit op de pool tafel zodat deze stabiel blijft. Houd hoofd en lichaam weg van de tafel
gedurende het spel. Behandel de keuen voorzichtig om schade te voorkomen. Mik niet met de keuen op
andere spelers.
SPELOPTIES VOOR GEVORDERDEN
Indien u al een meester bent in het 3D Pool Spel, dan volgen hieronder 3 opties:
Optie 1 : Indien de speelbal van een speler in een benedenpocket valt, dan dient de speler één van zijn
objectballen eruit te halen en zowel de speelbal als de objectbal terug op het topniveau te leggen op de
plaatsingsstippen.
27