OPGELET: Gebruik de luchtontvochtiger NIET zonder een filter, daar er zich vuil en pluis zou ophopen en tot
lagere prestaties zou leiden.
Regelmatige reiniging van het waterreservoir (eenmaal per maand)
Afhankelijk van waar de luchtontvochtiger wordt gebruikt, de binnenkant van het waterreservoir kan vuil
worden door het vuil en lucht dat zich in de lucht bevindt. Als dit het geval is, reinig het reservoir in
zeepwater.
OPMERKING: Was het reservoir niet in een vaatwasser. Na reiniging, plaats het reservoir op de juiste
positie terug alvorens de luchtontvochtiger te gebruiken.
Als het apparaat gedurende een lange periode niet gebruikt zal worden
Schakel het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en ledig het reservoir.
Maak de buitenkant van het apparaat schoon. Reinig het waterreservoir en de
filter en plaats vervolgens terug.
Dek het apparaat af om tegen stof te beschermen.
Berg het apparaat rechtop en in een droge, goed geventileerde ruimte op.
Wikkel het snoer op en maak aan de achterkant van de luchtontvochtiger vast
met behulp van de snoerhouder.
PROBLEEMOPLOSSING
Voordat u met het servicecentrum contact opneemt, controleer het volgende.
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Laag ontvochtigingsvermogen
(langzame vochtverwijdering)
Het apparaat maakt veel lawaai.
Controleer of de stekker in het stopcontact steekt.
Controleer de zekering/stroomonderbreker.
Controleer of het waterreservoir vol is.
Controleer of het waterreservoir juist is geplaatst.
Controleer of het apparaat niet is ingeschakeld.
Controleer of alle deuren of vensters gesloten zijn of niet te vaak
worden geopend.
Controleer of de kamertemperatuur hoger dan 5°C is.
Controleer of er geen verwarmingstoestel op kerosine of ander
apparaat dat waterdamp afgeeft in de kamer aanwezig is.
Controleer of de filter niet verstopt is.
Controleer of het apparaat niet scheef staat.
Controleer of het oppervlak waarop het apparaat is geplaatst
stabiel en effen is.
9
Snoerhouder
Wat controleren
NL