e) V/Ohm-bus
In deze bus moet het rode meetsnoer gestoken worden, als men
spannings- of weerstandmetingen of doorgangs- of diodentesten wil
doen.
5. Uitvoeren van metingen
5.1 Gelijkspanningsmeting
Opgelet!
Overschrijd in geen geval de max. toegestane meetwaarden.
Max. 1000 VDC of max. 750 VAC rms.
Raak geen schakelingen of schakelingsdelen aan, als er grotere
spanningen dan 25 VACrms of 35 VDC in gemeten worden.
De meting van gelijkspanningen gaat als volgt:
1. Zet de draaischakelaar op de gewenste positie (mV = of V=).
Opgelet!
Begin bij de spanningsmeting altijd in het hoogste meetbereik.
Bij de wisseling van meetbereik moeten de meetsnoeren voor
de veiligheid van het meetapparaat verwijderd worden.
2. Verbind de meetpunten met het meetobjekt (last, schakeling
enz.). Elk van de vijf gelijkspanningsbereiken duidt op een ingangs-
weerstand van 10 MOhm (parallel aan <100 pF). Zodra een "-"
voor de meetwaarde verschijnt, is de gemeten spanning negatief
(of de meetsnoeren zijn verwisseld).
73
5.2 Wisselspanningmeting
De meting van wisselspanning gaat als volgt:
1. Zet de draaischakelaar op de gewenste positie (mV~ of V~).
Opgelet!
Begin bij de spanningsmeting altijd in het hoogste meetbereik.
Bij de wisseling van meetbereik moeten de meetsnoeren voor
de veiligheid van het meetapparaat verwijderd worden.
2. Verbind de meetpunten met het meetobjekt (last, schakeling
enz.). Elk van de vijf wisselspanningsbereiken duidt op een in-
gangsweerstand van 10 MOhm (parallel aan <100 pF). De meetin-
gang is AC-gekoppeld.
5.3 Stroommeting
De meting van gelijk- of wisselstromen gaat als volgt:
1. Zet de draaischakelaar op stroommeting (mA= of A= of mA~ of
A~).
Opgelet!
Begin bij de stroommeting altijd in het hoogste meetbereik. Bij
de wisseling van meetbereik of bij het omsteken moeten de
meetsnoeren voor de veiligheid van het meetapparaat verwijderd
worden.
2. Verbind de meetsnoeren met het meetobjekt (zie ook de volgende
afbeelding).
Opgelet!
Meet geen stroom in stroomkringen, waarin spanningen groter
dan 250 VDC of VACrms optreden kunnen, dat is levensgevaarlijk.
74