Voor de horizontale en verticale nivellering moet de
transportbeveiliging gedeactiveerd zijn. De LED (2)
brandt constant groen. Zodra het apparaat zich
!
buiten het automatische nivelleerbereik van 4°
bevindt, knipperen de laserlijnen en brandt de LED
(2) rood. Positioneer het apparaat zodanig dat het
zich binnen het nivelleer-bereik bevindt. De LED
(2) schakelt weer over naar groen en de laserlijnen
branden constant.
Neigingsmodus
3
Deactiveer de transportbeveiliging niet, zet de AAN-/UIT-
schakelaar (4) op "OFF". Schakel de lasers in met de
keuzetoets en maak vervolgens uw keuze. Nu kunnen
schuine vlakken worden aangelegd. In deze modus kunt
u niet horizontaal resp. verticaal nivelleren omdat de
laserlijnen niet meer automatisch uitlijnen. De LED (2)
brandt constant rood.
LASER
Handontvangermodus
4
Optioneel: Werken met de laserontvanger RX
Gebruik een laserontvanger RX
(optioneel) voor het nivelleren op
grote afstanden of in geval van niet
meer zichtbare laserlijnen. Schakel
de lijnlaser voor werkzaamheden
met de laserontvanger in de hand-
ontvangermodus door lang op de
toets 1 te drukken. Nu pulseren de
laserlijnen met een hoge frequentie
en de laserlijnen worden donkerder. De laserontvanger kan
de laserlijnen dankzij het pulseren registreren.
!
Neem de gebruiksaanwijzing van de laserontvanger
voor lijnlasers in acht.
CompactCross-Laser
LASER
LASER
LASER
LASER
NL
21