12. PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens
de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te los-
sen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt
contact op met de service-afdeling.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
Probleem
Het programma start
niet.
Het apparaat wordt
niet met water gevuld.
Het apparaat pompt
geen water af.
•
•
•
Mogelijke oplossing
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is door-
gebrand.
Zorg ervoor dat de toets Start/Pause is ingedrukt.
Als de starttijdkeuze is ingesteld, annuleert u deze func-
tie of wacht u tot de afloop van de uitgestelde start.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo
nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg ervoor dat de filter van de toevoerslang en de filter
van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onder-
houd en reiniging".
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe-
voerslang aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de positie van de watertoevoerslang cor-
rect is.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de wateraf-
voerslang aanwezig zijn.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
Zorg ervoor dat de aansluiting van de waterafvoerslang
correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zon-
der afvoerfase instelt.
- Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u
controles uitvoert.
NEDERLANDS
21