BESCHRIJVING VAN DE FENZY BIOLINE (Afbeelding 1)
De FENZY BIOLINE is een aanpasbaar ademhalingstoestel dat aan een groot aantal behoeften inzake ademhalingsbescherming kan
beantwoorden.
Werkingsprincipe
De FENZY BIOLINE is een zelfstandig ademhalingstoestel met open circuit en luchttoevoer.
De FENZY BIOLINE dient aangesloten te worden op een bron van voor inademing geschikte perslucht onder middelmatige druk,
waarvan de lucht conform de norm EN 12021 dient te zijn:
•
De lucht, afkomstig van de bron onder middelmatige druk, komt terecht in het BIOLINE-blok en voedt vervolgens het
ademhalingsmasker van de drager met behulp van het ventiel op vraag van het toestel.
•
De FENZY BIOLINE mag uitsluitend gebruikt worden in zones die niet onmiddellijk levensgevaarlijk zijn voor de gebruiker,
aangezien dit toestel niet autonoom werkt in het geval de persluchtvoeding, afkomstig van de bron onder middelmatige druk,
onderbroken wordt.
Riem
•
Ondersteunt het BIOLINE-blok
BIOLINE-blok
•
Het blok wordt ondersteund door de riem van het toestel.
•
Dit blok wordt, door middel van de snelle aansluiting, verbonden met de leiding van de persluchtbron onder middelmatige druk.
Inademventiel
Het toestel FENZY BIOLINE kan uitgerust worden met één van volgende ventielen:
•
SA 5000, (Afbeelding 2)
•
SA 5000 Zénith, (Afbeelding 2)
•
SX-PRO, (Afbeelding 3)
De ventielen zijn voorzien van een Air Klic en worden eenvoudig op het masker aangesloten via een palinrichting.
De verwijdering van de ventielen kan enkel via een bedoelde handbeweging gebeuren door met gelijke kracht op de knopen van de
Air Klic te duwen.
In het geval van inademventielen van het type SA 5000 of SA 5000 ZENITH stopt/start een ingebouwde koppelsensor automatisch de
overdruk in het masker bij het pallen/verwijderen van het inademventiel.
Het toestel FENZY BIOLINE kan alternatief met een inademventiel van het type SX-PRO uitgerust worden. In dat geval gebeurt de
uitschakeling van de overdruk in het masker automatisch bij de eerste inademing van de gebruiker.
De gebruiker kan, indien hij dat wenst, echter ook manueel de overdruk uitschakelen door in het midden van de by-passknop te drukken.
De laterale knop voor eerste inademing laat toe om na verwijdering van het inademventiel de luchttoevoer in ventiel SX-PRO te
onderbreken.
Bij gebruik in koude omstandigheden kan de aanwezigheid van eventuele vochtigheid in het inademventiel zorgen
voor de vorming van witte kristallen binnenin en bijgevolg de werking wijzigen.
Elke vorm van vochtigheid in het inademventiel en in de leiding voor gemiddelde druk is dus verplicht te vermijden.
Het is in het bijzonder noodzakelijk om het ventiel volledig droog te maken na reiniging.
De by-pass kan bij het dragen van het toestel een extra luchttoevoer in het ademhalingsmasker brengen. Deze dient ook om het circuit
van het toestel na gebruik te zuiveren.
Het ventiel wordt geregeld om een statische overdruk van om en bij de 3 mbar te leveren.
Ademhalingsmasker
Het masker is conform de norm EN 136.
Raadpleeg de specifieke gebruikshandleiding van het ademhalingsmaskermodel.
INGEBRUIKNEMING
Toestellen die regelmatig en conform de instructies onderhouden worden, zijn geschikt voor gebruik.
Gebruiksomstandigheden voor het toestel
Tussen -15° C en +60° C.
Specificaties van de luchttoevoer
Alvorens het toestel in gebruik te nemen, dient u ervoor te zorgen dat:
De voeding met perslucht onder middelmatige druk, afkomstig van de luchtbron, de volgende omstandigheden in acht neemt:
•
Middelmatige druk: minimum 6 bar en maximum 7,5 bar.
•
Luchtdebiet: minimum 500 liter / minuut, zodat er een positieve druk in het masker behouden kan worden.
De voor inademing geschikte lucht, afkomstig van de bron onder middelmatige druk, dient conform
de norm EN 12021 te zijn, die bepaalde voorwaarden preciseert voor omstandigheden van normaal
gebruik, met name luchtdruk en omgevingstemperatuur.
NL-2