Voorbereiding
Voorzichtig
Verwondings- en beschadi-
gingsgevaar door omvallen van
het apparaat.
Apparaat voor elke handeling op
een effen oppervlak leggen en
tegen wegrollen beveiligen.
Afbeelding
Tuinslang of stijgleiding aansluiten:
Bij gebruik van een tuinslang, aan-
sluitadapter in het aansluitstuk
schroeven.
Een extra afdichting is niet noodza-
kelijk.
Schoref een passend slangaan-
sluitstuk op de aansluitadapter.
Steek het slanguiteinde op het slan-
gaansluitstuk en bevestig met een
slangklem.
Zet de slangklem met de pal (ca.
5 Nm) vast.
Afbeelding
Duw de houder vlotterschakelaar in
de greepboring tot hij vastklikt.
Afbeelding
Justeer de vlotterschakelaar.
De vlotterschakelaar kan gejus-
teerd worden om de in- en uitscha-
kelhoogte aan te passen.
Een vermindering van de afstand
tussen de vlotterschakelaar en de
houder zorgt ervoor dat de in- en
uitschakelhoogte kleiner worden.
Laat voldoende afstand zodat de
vlotterschakelaar vrij kan bewegen.
Bevestig de bevestigingskabel (niet
meegeleverd) op de greep.
Laat de pomp aan de bevestigings-
kabel in de pompvloeistof neer.
Bevestigingskabel beveiligen.
42
Afbeelding
De maximale indompeldiepte (h1) is de
waterdiepte waarin de pomp nog geïn-
stalleerd kan worden. Het is in de regel
niet noodzakelijk om de pomp tot de
maximale indompeldiepte neer te la-
ten.
De hoogte (h2) is het hoogteverschil
tussen de waterspiegel en de wateruit-
laat aan het einde van de slang. Opdat
de pomp zou pompen, moet de max.
hoogte gerespecteerd worden. Dat
moet over het volledige pompverloop
in acht genomen worden, aangezien
bij een dalende waterspiegel (door het
wegpompen) de hoogte stijgt.
Opdat de pomp zelfstandig zou aan-
zuigen, moet het vloeistofniveau min-
stens 5 cm bedragen.
Netstekker in het stopcontact ste-
ken.
Voorzichtig
Droogloop beschadigt de pomp.
Laat de pomp tijdens het be-
drijf niet zonder toezicht.
Gebruik alternatief een
droogloopbeveiliging of een
elektronische drukschakelaar
met droogloopbeveiliging (zie
Bijzondere toebehoren).
De werkzaamheden
Stekker uit het stopcontact trekken.
– 4
NL
Gebruik
beëindigen