TESTMODUS
1. Windsnelheidstestmodus
Meet, als de sensor zich in windsnelheids-realtime- testmodus bevindt, de effectieve,
huidige windsnelheid.
Het getal "1,0" staat bijvoorbeeld voor een effectieve windsnelheid van 10 km/u.
4
1. Druk vier keer kort op de linker toets.
2. Het punt in het midden wordt zichtbaar.
3. Druk kort op de rechter toets om de windsnelheidstestmodus te verlaten.
2. Lichtintensiteitstestmodus
Meet, als de sensor zich in licht-realtime- testmodus bevindt, de effectieve, huidige
lichtintensiteit.
Het getal "10" staat bijvoorbeeld voor de werkelijke lichtintensiteit 10000 Lux.
4
1. Druk vier keer kort op de rechter toets.
2. Het punt wordt in de rechterhoek van het beeldscherm zichtbaar.
3. Druk één keer kort op de linker toets om de lichtintensiteitstestmodus te verlaten.
TIP
In de lichtintensiteitstestmodus geeft de getalwaarde de lichtintensiteit van 1000 tot
100000lx weer.
Zij is „00." Onder 1000lx en „99" boven 100000lx.
Het cijfer „12" stelt bijvoorbeeld 12000lx voor.
Als er geen andere gegevens worden ingevoerd gaat het beeldscherm na 3 minuten terug
naar de beginstand.
NL
53
KEN001WLS
v01 • 17.05.2017
1
1