MONTAGEPROCEDURES
Aandrijfas aan motor monteren (Afb. 1)
Draai de vergrendelschroef (1) ongeveer tien volle slagen los zodat
de schroefpunt niet hindert bij het aanbrengen van de aandrijfas.
Als u de aandrijfas aanbrengt, laat de vergrendelschroef dan naar
buiten wijzen om te voorkomen dat hij binnenin hindert.
Schuif de aandrijfas in de koppelingsbehuizing van de motor totdat
de gemarkeerde positie (2) op de aandrijfas de behuizing bereikt.
OPMERKING
Als het moeilijk is om de aandrijfas tot aan de gemarkeerde
positie te schuiven, draait u de aandrijfas aan het snij-
uiteinde met de klok mee of tegen de klok in. Steek de
vergrendelschroef in het gat van de asbehuizing en draai hem
vast. Draai vervolgens de klemschroef stevig vast.
Snijgereedschap aan de aandrijfas (Afb. 2)
Draai de vergrendelschroef van de asbehuizing los (3).
Schuif de aandrijfas zo ver in de drijfwerkkast van het
snijgereedschap, totdat de gemarkeerde positie (4) op de
aandrijfas de drijfwerkkast bereikt.
LET OP
Als de aandrijfas zich moeilijk naar de gemarkeerde positie op
de behuizing laat schuiven, draai het snijgereedschap dan met
de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in.
Steek de vergrendelschroef in het gat van de asbehuizing en
draai hem vast.
Draai de klemschroef (5) nu stevig vast.
Montage van het handvat (Afb. 3)
Bevestig het handvat aan de aandrijfas met de hoek in de richting
van de motor.
Plaats het handvat zodanig dat het in de meest comfortabele
positie staat om te werken.
Gaskabel / stopsnoer
Druk op het bovenste lipje (6) en maak de luchtfi lterkap open. (Afb. 4)
Verbind de stopsnoeren. (Afb. 5)
Als het kabeluiteinde van de gashendel (7) op de machine ligt,
schroef het dan helemaal in de steun voor de kabelinstelling (8) en
bevestig het kabeluiteinde met behulp van de stelmoer (9) aan de
steun voor de kabelinstelling (8).
Verbind het uiteinde van de gaskabel (10) met de carburateur (11)
en monteer de draaipunt-afdekking (12) (indien aanwezig) die zich
in de gereedschapstas bevindt op het draaipunt (11) (Afb. 6).
Bij sommige modellen zijn de onderdelen reeds gemonteerd.
BEDIENING
Brandstof (Afb. 7)
WAARSCHUWING
○ De eenheid/machine is voorzien van een tweetaktmotor.
Laat de motor altijd werken op een brandstof die met olie is
gemengd.
Zorg voor een goede ventilatie wanneer u tankt of omgaat met
brandstof.
○ Brandstoff en zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt ernstig
persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te ademen of
brandstof op lichaamsdelen te morsen. Wees altijd voorzichtig
en blijf goed opletten bij de omgang met brandstof. Zorg altijd
voor een goede ventilatie wanneer u brandstof binnen een
gebouw gebruikt.
Brandstof
○ Gebruik altijd 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○ Gebruik echte tweetaktbrandstof of een benzine-oliemengsel
van 25:1 tot 50:1; raadpleeg voor de juiste verhouding de
verpakking van de tweetaktolie in kwestie of een offi cieel
Hitachi servicecentrum.
○ Als er geen echte tweetaktbrandstof beschikbaar is, gebruik
dan een kwaliteitsolie die uitdrukkelijk geschikt is voor
gebruik in luchtgekoelde tweetaktmotoren (JASO FC GRADE
OIL of ISO EGC GRADE). Gebruik geen BIA of TCW (voor
watergekoelde tweetaktmotoren) mengolie.
○ Gebruik geen multigrade olie (10 W/30) of afgewerkte olie.
○ Meng de benzine en de olie in een aparte, schone jerrycan.
Vul de jerrycan met de helft van de hoeveelheid benzine die u
gaat gebruiken. Voeg de volledige hoeveelheid olie toe. Meng het
benzine-oliemengsel (schudden). Voeg tenslotte de resterende
hoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het brandstofmengsel nog eens goed voor u het in de
tank doet.
Tanken
WAARSCHUWING
○ Schakel altijd eerst de motor uit voor u gaat tanken.
○ Maak de tank voorzichtig open om eventueel onder druk
staande gassen te laten ontsnappen.
○ Draai na het tanken de dop weer goed op de tank.
○ Ga met de zeis minstens 3 meter van de plek waar u getankt
heeft vandaan voor u de motor probeert te starten.
○ Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er
onmiddellijk uit met zeep of een wasmiddel.
○ Controleer of er nergens brandstof lekt na het tanken.
Maak voor u gaat tanken de tankdop en omstreken netjes schoon
zodat er geen vuil in de tank kan vallen. Zorg ervoor dat de
brandstof goed gemengd is door voor het tanken de jerrycan goed
te schudden.
Starten
LET OP
Voordat u de motor start, moet u controleren of het
snoeigedeelte niets aanraakt,
1.
Zet de contactschakelaar (13) in de stand AAN. (Afb. 8)
* Druk enkele malen op de injectiepomp (15) zodat de brandstof
door de terugloopleiding stroomt. (Afb. 9)
2. Zet de chokehendel (16) in de stand GESLOTEN (A). (Afb. 10)
3. Trek stevig aan de trekstarter en let erop dat u de handgreep
goed vast blijft houden en de trekstarter niet laat terugschieten.
(Afb. 11)
4. Als u hoort dat de motor gaat aanslaan, zet u de chokehendel
terug in de stand START (open) (B). Trek vervolgens nog eens
kort aan de trekstarter.
OPMERKING
Herhaal de stappen 2 t/m 5 als de motor niet start.
5. Laat de motor daarna 2 – 3 minuten opwarmen voor u met de
werkzaamheden begint. Wanneer dit niet wordt gedaan, is het
mogelijk dat het mesblad niet meteen werkt.
Stoppen (Afb. 12)
Verlaag het motortoerental, laat de motor enkele minuten onbelast
draaien en schakel dan de contactschakelaar (13) uit.
Voor de modellen met een motorcontactschakelaar houdt u de
contactschakelaar ingedrukt totdat de motor volledig tot stilstand is
gekomen.
LET OP
Als de motor niet stopt, zelfs wanneer de contactschakelaar
(13) wordt ingedrukt, brengt u de chokehendel (16) terug naar
de stand GESLOTEN (A).
WAARSCHUWING
Snijgereedschap kan verwondingen veroorzaken omdat het
nog draait nadat de motor is gestopt of de vermogensregeling
uit is. Wanneer de machine uit wordt gezet, moet u controleren
of het snijgereedschap inderdaad helemaal gestopt is voor u de
machine neerzet.
VEILIGE WERKWIJZE
LET OP
○ Draag altijd handschoenen als u de machine onderhoudt of
ermee werkt.
○ Controleer het gebied dat u gaat snoeien. Pas op voor
omstandigheden
die
veroorzaken. WERK NIET met de machine als zich kabels
(stroomkabels, telefoonkabels enz.) dichter dan 10 meter in de
buurt van de bediener van de machine bevinden. (Afb. 13)
Nederlands
een
gevaarlijke
situatie
kunnen
35