Kalibreren van de sensoren (nul punt kalibratie)
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van hoe u de Cyclocomputer gebruikt om
het nulpunt van de pedaalopvolgingssensor op uw fiets te kalibreren. De
kalibrering van het nulpunt is een functie om het nulpunt (geen belasting),
waarbij er geen krachten inwerken op de kruk, in het sensorgeheugen op te
slaan. De nauwkeurigheid van de sensor verbetert met herhaalde implementatie.
NL
• De nulpuntkalibratie moet telkens worden uitgevoerd door klanten wanneer de
meetwaarde afwijkt.
• De pedaalopvolgingssensor aan de rechterkant wordt in deze beschrijving gebruikt
als voorbeeld. De procedure voor kalibratie van de linkerkant is dezelfde als voor de
rechterkant.
• Druk niet op de drukschakelaar in de rechterzender terwijl u de sensor kalibreert met de
Cyclocomputer.
De kalibratiemethode in de pedaalopvolgingsmodus met SGX-CA500
Aan de slag
1. Zet de fiets op stabiele,
vlakke grond stil.
Kalibreren van het nulpunt
1. Plaats de krukarm loodrecht
op de grond.
122
2. Raak in het startscherm van
de SGX-CA500 het pictogram
[Sensoren] aan.
Het scherm sensoroverzicht wordt
weergegeven.
3. Raak [Pedaalopvolging R]
aan en vervolgens
[Kalibrering (nul)].
4. Raak [Kalibreren starten] aan.
De kalibratie begint.
Als de kalibratie is geslaagd, verschijnt
"Succes" in het veld [Resultaat].
Als "Mislukt" wordt weergegeven, kan
het zijn dat de fiets onstabiel staat
en dat de kruk is bewogen. Kalibreer
opnieuw met de kruk in een stabiele
positie.