Deze veiligheidsmaatregelen zijn bijvoorbeeld:
parallel draaiende pompen op een door een aparte zekering bevei-
ligde stroomkring, vochtigheidssensoren voor de uitschakeling en
soortgelijke veiligheidsinrichtingen. Als u niet zeker bent laat u in ie-
der geval adviseren door een vakman voor sanitaire installaties.
De maximale capaciteit kan enkel met een zo groot mogelijke leiding-
diameter worden bereikt; de capaciteit zal verminderen als slangen of
leidingen met een kleinere diameter worden aangesloten. Wordt de
universele slangaansluiting (fi g. 1, pos. 4) gebruikt moet die bijgevolg
tot de gebruikte aansluiting worden ingekort, zoals in fi g. 4 getoond,
om de capaciteit niet onnodig te verminderen. Flexibele slangleidin-
gen moeten op de universele slangaansluiting worden vastgemaakt
m.b.v. een slangbeugel (niet bij de levering begrepen).
Bij de installatie dient u er rekening mee te houden dat het toestel
nooit aan de drukleiding of aan de stroomkabel vrij hangend mag
worden gemonteerd. Het toestel moet aan het daarvoor voorziene
handvat worden opgehangen of op de schachtbodem worden opge-
steld. Teneinde een perfecte werkwijze van het toestel te verzekeren
moet de schachtbodem steeds vrij zijn van modder of andere ve-
rontreinigingen. Bij een te laag waterpeil kan de in de schacht voor-
handen zijnde modder snel droog worden en het aanlopen van het
toestel beletten. Daarom is het noodzakelijk het toestel regelmatig te
controleren (startpogingen uitvoeren).
De pompschacht moet groot genoeg zijn.
5.2. Netaansluiting
Gevaar!
Het door u aangekochte toestel is reeds voorzien van een veilig-
heidsstekker. Het toestel is bedoeld om op een veiligheidsstopcon-
tact met 230 V wisselstroom 50 Hz te worden aangesloten. Vergewis
u er zich van dat het stopcontact voldoende beveiligd is (minstens
Anl_PE_KW_300_SPK7.indb 61
Anl_PE_KW_300_SPK7.indb 61
- 61 -
NL
08.10.15 14:19
08.10.15 14:19