030955E_Anleitung
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Belangrijk: Lees de handleiding aandachtig door, om u vertrouwd te maken met het
toestel, voor u het op de gasfles aansluit. Bewaar de handleiding, op ze te kunnen her-
lezen.
Bij schade door bedieningsfouten vervalt de garantie. Gehelen en instellingen, uitgevoerd
door de fabrikant, mogen niet worden veranderd. Het kan gevaarlijk zijn, eigenhandig wijzi-
gingen aan het toetsel door te voeren, onderdelen te verwijderen of andere delen te gebrui-
ken, die voor het toetsel niet zijn toegelaten door de fabrikant
MAATREGELEN VOOR HET AANSLUITEN VAN DE GASFLES
1) Gebruik uitsluitend de beschreven flessen/branderdelen.
2) Het gebruik van niet-aanbevolen flessen/branderdelen kan gevaarlijk zijn.
3) Alleen voorgeschreven vervangonderdelen gebruiken.
4) Nooit een gasfles aansluiten, zonder voordien de erop aangebrachte instructies te lezen.
5) Overtuigt u zich voor het aansluiten van de gasfles, dat de dichtingen (tussen apparaat
en gasfles) voorhanden en in goede staat zijn.
6) Gebruik geen toestel met beschadigde of versleten dichtingen. Gebruik geen toestel, dat
lekt of beschadigd is of niet correct werkt.
7) Controleer de slangen op beschadigingen.
8) Neem nooit een toestel met een beschadigd onderdeel in gebruik.
9) Vervang resp. sluit de gasfles aan op een goed verluchte plaats, bij voorkeur in openlucht
en verwijderd van alle mogelijke ontstekingsbronnen, zoals open vuur, ontstekingsvlammen,
elektrische kooktoestellen en verwijderd van andere personen.
10) De aansluitingen op het toestel sluiten, voor u een gasfles aansluit.
11) Overtuig u steeds van de dichtheid van alle verbindingen en let er
gasdichte verbinding wordt gemaakt, voor de brander
12) Roken is tijdens het aansluiten van de gasfles verboden. Let op de aanwijzingen voor
het vervangen van de gasfles. Het monteren steeds beginnen vanaf de gasfles.
13) Let op voor het verwarmen van de gasfles of het verbranden van de slang. Eventueel de
accessoires vervangen.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
1) Het toestel zo opstellen, dat omvallen of vallen uitgesloten zijn.
2) Om te vermijden dat er vloeistof buitenstroomt, de gasfles alleen rechtopstaand gebruiken.
3) Het toetsel mag niet beneden het aardoppervlak worden gebruikt.
4) Het toestel niet in de buurt van warmtebronnen (verwarming, oven, open vuur o.a.)
opstellen.
5) Alleen gebruiken in goed geventileerde ruimtes, waarbij de nationale eisen gelden:
- voor de voeding met verbrandingslucht
- om het ontstaan van gevaarlijke hoeveelheden onverbrand gas te vermijden
6) Gebruik alleen ver verwijderd van brandbare stoffen of vettige materialen en vetvije
beschermkledij dragen.
7) Let er op, dat er geen soldeer-/lasdampen worden ingeademd.
8) Bij onderbrekingen van de werkzaamheden het branderdeel steeds sluiten.
9) Tijdens het gebruik het toestel nooit zonder toezicht achterlaten, omdat bij ev. doven van
de vlam gas kan uitstromen, wat een bron is van gevaar.
10) Het toestel steeds uit de buurt houden van kinderen, en voorkomen dat deze er toegang
toe hebben. Bij inzet van een nieuwe gasfles en een koud toestel kan er een onregelmatige
vlam optreden; na korte tijd stopt dit.
06.10.2009
14:32 Uhr
26
26
Seite 26
op, dat steeds een
wordt aangestoken.