Onjuist gebruik
Waarschuwing
9.3
Omgeving
Gevaar
Digisystem, Veiligheidsvoorschriften
• Gebruik van het instrument zonder de noodzakelijke instructie.
• Toepassing buiten de gebruiksgrenzen.
• Het onklaar maken van veiligheidsvoorzieningen.
• Het verwijderen van aanwijzings- en waarschuwingslabels.
• Het openen van het instrument met gereedschap (schroevendraaier, enz.), tenzij dit
nadrukkelijk is toegestaan voor bepaalde functies.
• Modificatie of ombouw van het instrument.
• Gebruik na ontvreemding.
• Gebruik van instrumenten met duidelijk zichtbare schade of defecten.
• Gebruik met accessoires van andere fabrikanten zonder de expliciete toestemming
vooraf van Leica Geosystems.
• Onvoldoende veiligheidsvoorzieningen op de meetlocatie, bijvoorbeeld bij metingen op
of langs wegen.
Ondeskundig gebruik kan leiden tot letsel, storingen en materiële schade. Het is de taak van
de beheerder van de apparatuur om de gebruiker te informeren over de gevaren en hoe deze
te vermijden. Het instrument mag pas in gebruik worden genomen, nadat de gebruiker de
betreffende instructies heeft ontvangen.
Beperkingen in het gebruik
Geschikt voor gebruik in een atmosfeer geschikt voor permanente menselijke bewoning: niet
geschikt voor gebruik in agressieve of explosieve omgevingen.
Alvorens te gaan werken in gevaarlijke omgevingen of vlak bij elektrische installaties of
vergelijkbare situaties moet de beheerder van het instrument de plaatselijke veiligheidsau-
toriteiten en -experts raadplegen.
63