Een Temperatuur Selecteren; Een Ventilatorsnelheid Selecteren (Fan) (Ventilator) - Mitsubishi PAR-SL100A-E Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 32
4. Gebruik
<Automatische bedieningsstand (tweevoudig instelpunt)>
Als de werkingsmodus is ingesteld op de modus "Auto"
(tweevoudig instelpunt), kunnen twee vooraf ingestelde
temperaturen (één elk voor koeling en verwarming) worden
ingesteld. Afhankelijk van de kamertemperatuur, zal de
binnenunit automatisch werken in ofwel de modus "Cool"
(Koelen) of "Heat" (Verwarm) en de kamertemperatuur
binnen het vooraf ingestelde bereik houden.
De onderstaande grafiek toont het werkingspatroon van
binnenunit gebruikt in de modus "Auto" (tweevoudig instelpunt).
Na 5
seconden

4.3. Een ventilatorsnelheid selecteren (FAN) (VENTILATOR)

Druk op de toets
4.
• Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de instelling.
Auto
• Welke ventilatorsnelheden beschikbaar zijn, is afhankelijk van het binnenunitmodel.
Opmerking:
In de volgende gevallen kan de werkelijke ventilatorsnelheid die door het apparaat wordt gegenereerd, afwijken van de
snelheid die op het display van de afstandsbediening wordt aangegeven.
• Het apparaat is bezig met opwarmen of ontdooien.
• Direct nadat het verwarmen is gestart (terwijl het systeem wacht tot van stand wordt gewisseld).
• In de verwarmingsstand is de kamertemperatuur hoger dan de temperatuurinstelling.
• In de koelstand is de kamertemperatuur lager dan de temperatuurinstelling.
• Het apparaat staat in de droogstand.
54
Vooraf
ingest. temp.
(KOELEN)
Vooraf
ingest. temp.
(VERWARMEN)

4.2. Een temperatuur selecteren

Om de temperatuur te verlagen, drukt u op de toets
Om de temperatuur te verhogen, drukt u op de toets
• Telkens wanneer u op de toets drukt, gaat de temperatuur
0,5 °C (1 °F) omhoog/omlaag.
• De instellingsbereiken voor de temperatuur zijn als volgt:
Koelen/drogen
Bij gebruik van de stand AUTO (dubbele instelling)
• De temperatuur die voor de huidige bedrijfsstand (koelen
of verwarmen) is ingesteld, wordt weergegeven.
• Wanneer op de toets
de ingestelde temperatuur knipperen en wordt het instel-
lingsscherm weergegeven.
Instellingsscherm
Als u de bovenlimiet (koelen) voor het ingestelde tempe-
ratuurbereik wilt wijzigen, drukt u op de toets
Als u de onderlimiet (verwarmen) voor het ingestelde tem-
peratuurbereik wilt wijzigen, drukt u op de toets
• Druk in het instellingsscherm op de toets
knipperende display tussen de bovenlimiet (koelen) en
de onderlimiet (verwarmen) te schakelen.
• Druk in het instellingsscherm op de toets
om de knipperende temperatuurinstelling te wijzigen.
• Na 5 seconden inactiviteit verschijnt het vorige scherm
weer op het display.
* Het verschil tussen de bovenlimiet (koelen) en de onder-
limiet (verwarmen) kan niet op minder dan 2 °C (4 °F)
worden ingesteld.
* Afhankelijk van het aangesloten binnen- en buitenunit-
model kan de stand AUTO (dubbele instelling) mogelijk
niet worden gebruikt.
Werkingspatroon tijdens modus "Auto" (tweevoudig instelpunt)
VERWARMEN
KOELEN
Verwarmen
19–30 °C
17–28 °C
67–87 °F
63–83 °F
De kamertemperatuur
verandert als gevolg
van veranderingen in
de buitentemperatuur.
Kamertemperatuur
VERWARMEN
KOELEN
Auto
Ventilator
19–28 °C
Niet instelbaar
67–83 °F
of
3 wordt gedrukt, gaat
3.
3.
2 om het
of
3.
3.
3

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières