Dit ijs zet de warmtewisselaar dicht, zo dat het luchtdebiet
gehinderd wordt. De ingebouwde ontdooiautomatiek ontdooit
de verdamper. Dit maakt een ontvochtingsbedrijf tot een
temperatuur van +5 °C mogelijk.
Gedurende het ontdooien wordt het symbool
weergegeven, de compressor draait verder, maar de ventilator
schakelt zich automatisch uit.
Na beëindiging van het ontdooiproces schakelt de
luchtontvochter weer op ontvochtingsbedrijf en het symbool
gaat uit.
Bedrijfsurenteller
De
luchtontvochter
is
bedrijfsurenteller uitgerust.
Wordt
de
luchtontvochter
bedrijfsuren die het toestel reeds in bedrijf was, op het display
weergegeven. Zo lang het toestel ingeschakeld is, wordt deze
tijd tot de reeds afgelopen tijd opgeteld.
W
a
t
e
r
u
i
t
l
o
o
p
W
a
t
e
r
u
i
t
l
o
o
p
De wateropvangbak van de luchtontvochter is met een vlotter
uitgerust die het toestel automatisch uitschakeld, wanneer de
opvangbak vol is.
Na 45 sec. schakelt zich de compressor uit en de
ventilator blijft staan en er weerklinkt een signaaltoon. In
het display wordt het symbool
weergegeven.
Wordt de wateropvangbak niet meteen geledigd,
weerklinkt alle 5 minuten een signaaltoon.
Verwijderen van de wateropvangbak
1. Schakel het toestel uit.
2. Open de kastdeur.
3. Verwijder de bak (pos. 2) en ledig hem onmiddellijk.
4. Zet de bak weer in. Let erop dat u de bak in de juiste
positie brengt.
5. Sluit de klep van de behuizing.
6. Schakel de luchtontvochter weer in. Het symbool en de
storingsfout E4 worden niet meer weergegeven.
Wordt
het
symbool
weergegeven? Verwijder de bak opnieuw en zet hem
weer in.
in het display
met
een
ingeschakeld,
worden
en de storingfout E4
en
de
storingfout
verder
Continu bedrijf of langere bedrijfstijd
Bij hoge luchtvochtigheid is het van voordeel, wanneer u de
luchtontvochter in continu bedrijf exploiteert. Bij continu bedrijf
valt de regelmatige lediging van de wateropvangbak weg.
Handelwijze:
1. Neem de wateropvangbak uit het toestel.
2. Verwijder de stop (pos. 3).
de
3. Zet de opvangbak weer in het toestel.
4. Voer een passende waterslang (binnen-∅ 12,5 mm) door
de behuizing. Steek de slang voorzichtig op.
Let op het volgende:
Let erop dat het water steeds vrij kan afvloeien.
Het water dient bij voorkeur in een dieper liggende afvoer
te worden gevoerd.
Let erop dat de slang in zijn positie blijft, met
hoogteverschil
samengerold is.
T
r
a
n
s
p
o
r
t
T
r
a
n
s
p
o
r
t
Vóór ieder transport het toestel uitschakelen
wordt
verlegd,
niet
geknikt
of
103