VOEDSELEIGENSCHAPPEN & VOEDSELBEREIDING
IN HET APPARAAT
Controleren
In het apparaat wordt eten zo snel gaar dat je het regelmatig moet controleren. Sommige soorten eten
laat je in het apparaat tot ze helemaal gaar zijn, maar bijvoorbeeld vlees en gevogelte haal je er wat
eerder uit zodat het buiten het apparaat kan doorgaren. Tijdens het doorgaren stijgt de inwendige
temperatuur van het eten nog met 3 tot 8°C.
Doorgaartijd
Het eten moet gewoonlijk nog 3 tot 10 minuten blijven staan nadat het uit het apparaat is gehaald. Dek
het voedsel af zodat het warm blijft, tenzij het moet drogen (bijvoorbeeld sommige cakes en biscuitjes).
Door het eten even te laten staan voltooi je het gaarproces en kunnen de smaken zich ontwikkelen en
mengen.
VOEDSELEIGENSCHAPPEN & VOEDSELBEREIDING IN HET APPARAAT
33