Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende
gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EC) nr. 842/2006
Controle op lekkages
1. Exploitanten van apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen in hoeveelheden van 5 ton CO2, zelfde aantal of meer
bevatten en niet verpakt in het isolatieschuim dragen er zorg voor dat de apparatuur wordt gecontroleerd op lekken.
2. Voor apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen in hoeveelheden van 5 ton CO2 zelfde aantal of meer bevatten,
maar minder dan 50 ton CO2-equivalent: tenminste iedere 12 maanden.
Beeld van de CO
equivalent
2-
1. Lading in kg en Ton van hoeveelheid CO
Lading en Ton van hoeveelheid CO
Van 7 tot 75 kg lading = van 5 tot 50 Ton
Laat R32-koelvloeistof niet in de atmosfeer ontsnappen. Dit is een gas van het broeikaseffect met fluor dat
onder de Kyoto-overeenkomst valt met een broeikas effect (GWP) = 675 - (zie de Europese
Gemeenschapswetgeving inzake broeikasgassen met fluoride-verordening (EU) nr. 517/2014).
Met betrekking tot Gas R32, 7.40kg met de hoeveelheid 5 ton CO
Training en certificatie
1. De exploitant van de betreffende toepassing zal er voor zorg dragen dat het betrokken personeel de nodige
certificering hebben verkregen, hetgeen inhoudt voldoende kennis van de geldende voorschriften en norm te bezitten,
alsmede de nodige deskundigheid in emissiepreventie en terugwinning van gefluoreerde broeikasgassen en hanteren van
de veiligheid van de betreffende type en de omvang van de apparatuur.
Registratie
1. Exploitanten van apparatuur die verplicht zijn op lekkage te controleren, zullen registers aanmaken en
voor elk deel van dergelijke apparatuur dat de volgende informatie bevat:
a) De hoeveelheid en het type van de geïnstalleerde gefluoreerde broeikasgassen;
b) De hoeveelheden gefluoreerde broeikasgassen toegevoegd tijdens het installeren, onderhoud of de service of als
gevolg van lekkage;
c) Of de hoeveelheden van de geïnstalleerde gefluoreerde broeikasgassen zijn gerecycleerd of teruggewonnen, inclusief
de naam en het adres van de recycling- of terugwinningsinstallatie en waar van toepassing het certificaatnummer;
d) De hoeveelheid teruggewonnen gefluoreerde broeikasgassen
e) De identiteit van de onderneming die de installatie, reparatie, onderhoud uitvoert en voor zover van toepassing
raparties of verwijdering van apparatuur voor zijn rekening neemt, inclusief, in voorkomend geval, het nummer van haar
certificaat;
f) De data en de resultaten van de verrichte controles;
g) Indien de apparatuur buitengebruik werd gesteld, de genomen maatregelen voor het terugwinnen en afvoeren van de
gefluoreerde broeikasgassen.
2. De exploitant zal de administratie gedurende tenminste vijf jaar bewaren, de ondernemingen die de werkzaamheden
voor de exploitanten uitvoeren, moeten tenminste vijf jaar kopieën van de registers bijhouden.
.
2
Testfrequentie
2
Ieder jaar
7
, toewijding aan jaarlijkese controle.
2
bijhouden