7.8.3 RECHTSTREEKSE REINIGING OF VOOR LICHT
VUILE OPPERVLAKTEN
Reinigen en afdrogen in een enkele beurt.
De machine voorbereiden volgens de vorige
aanwijzingen.
Rijrichting vooruit kiezen met het richtingshendel.
Startsleutel insteken en draaien.
Zuigmotor en borstelmotor aansteken en uitlaat
reinigingsmiddel instellen.
Borstels en zuigmond laten zakken.
De distributie van het reinigingsmiddel in verhouding
met de snelheid van de machine regelen.
Op het rempedaal drukken en de parkeringsrem loslaten.
Op het snelheidspedaal licht drukken en de goede
werking van alle functie's verifiëren.
Op het pedaal verder drukken om de snelheid te
verhogen.
De maximale snelheid en de hoeveelheid
reinigingsmiddel regelen volgens de behoef te's.
Het stuur werkt zoals het stuur van een personenwagen
en de machine kan volledig draaien door een komplete
draai te maken met het stuur. (!) Tijdens deze operatie's
verschuift de achterkant van de machine licht naar de
buitenkant. De snelheid van de machine verminderen
om plotselinge rijrichting veranderingen of botsingen
te voorkomen.
Het rempedaal gebruiken om de machine te stoppen.
Om schade aan de behandelde oppervlakte te
voorkomen, zal de borstelmotor automatisch
uitgeschakeld worden nadat het snelheidspedaal voor
meer dan 2 seconden losgelaten wordt.
Bij het achteruitrijden, zal de zuigmond omhoog
getrokken worden en de afzuiging automatisch
onderbroken. Bij de volgende verandering van rijrichting
(vooruit), zal de zuigmond zakken en de afzuiging
opnieuw automatisch ingeschakeld worden.
Nooit de machine zonder reinigingsmiddel gebruiken,
de vloer kan beschadigd worden.
7.8.4 ONRECHTSTREEKSE REINIGING OF VOOR
ZEER VUILE OPPERLVLAKTE'S
Schoonmaak en afdrooging in meerdere beurten.
De machine voorbereiden volgens de vorige
aanwijzingen.
Eerste fase:
Rijrichting vooruit kiezen met het richtingshendel.
Startsleutel insteken en draaien.
Borstelmotor aansteken en distributie reinigingsmiddel
instellen.
Borstels laten zakken.
De distributie van het reinigingsmiddel in verhouding
met de snelheid van de machine regelen.
Op het rempedaal drukken en de parkeringsrem loslaten.
Op het snelheidspedaal licht drukken en de goede
werking van de borstels en van de vloeistofdistributie
verifiëren.
Op het pedaal verder drukken om de snelheid te
verhogen.
De maximale snelheid en de hoeveelheid
reinigingsmiddel regelen volgens de behoef te's.
Het stuur werkt zoals het stuur van een personenwagen
en de machine kan volledig draaien door een komplete
draai te maken met het stuur.
verschuift de achterkant van de machine licht naar de
buitenkant. De snelheid van de machine verminderen
om plotselinge rijrichting veranderingen of botsingen
te voorkomen.
Het reinigingsmiddel op het vuil laten werken,
volgens de aanwijzingen van het produkt.
Het rempedaal gebruiken om de machine te stoppen.
Tweede fase:
Z. paragraaf 7.8.3 van Recht streekse schoonmaak.
Om schade aan de behandelde oppervlakte te
voorkomen, zal de borstelmotor automatisch
uitgeschakeld worden nadat het snelheidspedaal voor
meer dan 2 seconden losgelaten wordt.
Bij het achteruitrijden, zal de zuigmond omhoog
getrokken worden en de afzuiging automatisch
onderbroken. Bij de volgende verandering van rijrichting
(vooruit), zal de zuigmond zakken en de afzuiging
opnieuw automatisch ingeschakeld worden.
Nooit de machine zonder reinigingsmiddel gebruiken,
de vloer kan beschadigd worden.
7.8.5 POSTREINIGING OPERATIE'S
De distributie van het reinigingsmiddel stopzetten.
Borstelgroep opheffen en borstelmotor uitschakelen.
Na de komplete afdrooging van eventueel resterende
sporen van vocht, enkele seconden afwachten, daarna
zuigmond naar omhoog trekken en zuigmotor
uitschakelen.
Zich naar een geschikte plaats voor het lossen van de
tankinhoud richten (zoals beschreven in paragraaf 7.4
en 7.5)
Tanks leegmaken en reinigen (z. paragraaf 7.4 en 7.5).
De machine afzetten en de sleutel van het p aneel
wegnemen.
Indien nodig, batterij herladen (z. betreffende paragraaf).
8. ONDERHOUD
De sleutel draaien, van het bedieningsp aneel
wegnemen, batterijstekker van de bekabeling van de
machine losmaken.
Elke soort onderhoud aan de elektrische installatie
of algemene onderhoud en herstellingen (vooral degene
die in dit boekje niet uit drukkelijk beschreven zijn)
mogen enkel en allen door de technische dienst of door
een gespecializeerde technieker uitgevoerd worden,
die het produkt en de veiligheidsnormen kent.
Een regelmatige onderhoud van de machine, in het
respekt van de aanwijzingen van de fabrikant, garandeert
betere prestatie's en een langere levensduur van de
machine.
8.1 TANKS
De twee tanks leegmaken volgens de aanwijzingen
van de betreffende paragrafen.
Het vaste vuil verwijderen door de t anks te vullen en
leeg te maken tot aan de effektieve verwijdering van al
het vuil: voor deze operatie een waterslang gebruiken.
Warm water aan meer dan 50°, hogedrukreiniger
of te sterke waterstralen kunnen de tanks en de
machine beschadigen.
Tijdens deze operatie's
95