3. Opbouw
De flitsers zijn uitgerust met een beugel (14) met
5 /8 statiefaansluiting (15) en vergrendelschroef
(16) en passen op alle statieven met een 5/8
aansluiting.
Er is een adapter (MA 151) voor statieven zonder
deze 5/8 aansluitbus leverbaar.
De flitser kan na het losdraaien van de vergren-
deling (4) met de handgreep (1) voor- en achter-
over gekanteld worden. Rechtsom draaien
vergrendeld deze weer.
4. Bedrijfsgereed maken
Flitsbuis en instellamp plaatsen (zie punt 13).
Apart verpakte flitsbuis en instellamp voorzichtig
uit de verpakking nemen en in de flitser plaatsen.
Netkabel aansluiten in netingang (26) aan de
onderzijde van de flitser.
Flitser d.m.v. de rode hoofdschakelaar (8) aan-
zetten. De rode led boven de hoofdschakelaar
licht op. Tijdens het laden van de flitser knippert
de led (2), als de led permanent brandt, is de
flitser geladen.
5. Netaansluiting
De flitser worden vanaf fabriek op 220-240
V / 50-60 Hz. Wisselspanning ingesteld. Voor
gebruik controleren of de instelling overeen-
komt met het typeplaatje (25).
6. Het inschakelen van het instellicht
Na het inschakelen van de hoofdschakelaar (8)
kan het instellicht met de zilverne schakelaar
(7) ingeschakeld worden. De led boven de
schakelaar gaat branden. De lichtsterkte van
het instellicht is proportioneel aan het ingestelde
flitsvermogen. De XENOLUX 250 en 500 zijn
standaard voorzien van een 150 watt / 250
watt radium halogeenlamp en de XENOLUX
1000 en 1500 zijn voorzien van een 650 watt
halogeen-lamp.
7. Instelling van het flitsvermogen per 1/10
stop
Met de draaiknop (9) wordt het flitsvermogen
van ca.: 6 % tot 100% ingesteld (5 diafragma-
waarden zijn instelbaar). Het display toont het
ingestelde flitsvermogen tot op 1/10 stop nauw-
keurig. De herhalingsnauwkeurigheid bedraagt
+/- 1 %. Flits- en instellicht worden in een vaste
verhouding tot elkaar ingesteld (proportioneel).
Bij het instellen van een hoger naar een lager
vermogen, wordt de overtollige energie binnen
het apparaat direct veilig afgebouwd. Het dis-
play knippert gedurende deze periode.
8. 100% Instellicht
Met schakelaar(5) kan het instellicht onafhanke-
lijk van de ingestelde waarde (9) op volle (100%)
licht-opbrengst ingesteld worden. De led boven
de schakelaar (5) gaat branden.
22
9. Instellicht Prop. X
Met schakelaar (6) kan het vermogen van het
instellicht gereduceerd worden.
Daarmee is de proportionaliteit van het instellicht
binnen het XENOLUX systeem met verschillende
lichtsterkten gewaarborgd.
Voorbeeld:
XENOLUX 1500 en XENOLUX 1000, instellicht
van XENOLUX 1500 brandt op vol vermogen met
650 watt en schakelaar (6) NIET ingedrukt.
Instellicht XENOLUX 1000, schakelaar (6) WEL
ingedrukt. Led licht rod op, het instellicht 650
watt is nu gereduceerd.
De proportionaliteit tussen de verschillende
sterkten flitsapparaten is daarmee hersteld.
Schakelaar (6) ingedrukt, rode led brandtvermo-
gen van het instellicht is gereduceerd.
Het met de draaiknop(9) regelbereik blijft, ook met
gereduceerd instellicht volledig behouden.
10. Optische en akoestische flitscontrole
De flitser is met een optische en akoestische
flitscontrole uitgerust die met schakelaar (11)
ge-activeerd wordt. Schakelaar (11) ingedrukt,
led licht rod op: na de flits dooft het instellicht
tot dat de flitser weer geladen is. Bij gebruik van
meerdere flitsapparaten is zo eenvoudig vast te
stellen of alle apparaten meegewerkt hebben.
Schakelaar (11) niet ingedrukt, led brandt niet:
nadat de flitser is geladen geeft de flitser een
akoestisch signaal. De optische flitscontrole is
nu uitgeschakeld.
11. Flitssynchronisatie
Synchroonkabel in bus (24) aan de onderzijde
van de flitser aansluiten en met de camera
verbinden. Meerdere flitsapparaten worden
d.m.v. de fotocel (3) automatisch draadloos
ontstoken als schakelaar (12) is ingeschakeld
(led brandt rod).
Met schakelaar (13), led brandt rod, kan de ge-
voeligheid van de fotocel gereduceerd worden.
Deze instelling is aan te bevelen als in de buurt
van b.v. TL licht gewerkt wordt dat de flits-
apparaten ongewild kan ontsteken.
Schakelaar (13) uitgeschakeld, led brandt niet,
fotocel is op hoogste gevoeligheid.
Een kleine witte kap wordt met de XENOLUX
flitser meegeleverd. Deze kap kan op de fotocel
aangebracht worden en invloed van ander licht
afdekken.
12. Wisselen van reflectoren
De verschillende reflectoren worden d.m.v. van
de bajonetring op de flitser gemonteerd.
Met knop (20) kan de bajonet vergrendeld
worden.
Handel in stad A = bajonet ontgrendeld
Handel in stan B = bajonet vergrendeld