Nederlands
2. Hang de kachel aan de ophangogen op.
WAARSCHUWING
De kachel is geschikt voor een
gasdruk van maximaal 100 mbar
Bij aansluiting op een hogere
gasdruk moet er een
voordrukregelaar in de gasleiding
worden opgenomen, zie (fig. 7) (B).
3. Breng een gaskraan met binnendraad
van 3/4" aan op de gasinlaat van de
kachel, zie fig. 7 (A).
4. Sluit de kachel aan op de gastoevoer.
WAARSCHUWING
De kachel mag alleen door daartoe
bevoegde personen worden
aangesloten volgens de plaatselijk
geldende normen.
5. Draai de gaskraan dicht en pers de
gasleiding af.
6. Controleer de branderdruk.
WAARSCHUWING
Deze controle mag alleen door een
daartoe bevoegde persoon worden
uitgevoerd.
De kachel is afgesteld en ingeregeld
voor gebruik op aardgas G25 (I2L).
7. Voor het aansluiten van een
buitenluchtaanzuiging op de inlaat van de
verbrandingslucht ventilator, zie
hoofdstuk 9.
8. Indien de kachel wordt voorzien van een
ruimtethermostaat of tijdklok, sluit deze
aan op de daarvoor bestemde
aansluiting (E) van het bedieningspaneel
(fig. 5). Deze aansluiting is standaard
voorzien van een steker waarop de
contacten zijn doorverbonden.
9. Steek de steker in de contactdoos.
Draai de steker in de contactdoos
om, indien de oranje controlelamp
(C, fig. 5) op het bedieningspaneel
brandt.
De steker moet altijd bereikbaar zijn.
8
3.3
3.4
Verwarmen:
1. Draai de gaskraan open.
2. Zet de keuzeschakelaar (D) op
verwarmen, zie fig. 5.
Ventileren:
1. Zet de keuzeschakelaar (D) op
ventileren, zie fig. 5.
4
4.1
4.2
1. Zet de keuzeschakelaar op de stand 0.
2. Draai de afsluiter op de gastoevoer dicht.
40.020.955 - rev. 05 - 2017
Voorbereiden voor opstarten
Controleer of de kachel juist is
afgesteld voor het ter plaatse
geleverde gas (Raadpleeg de dealer)
Opstarten
GEBRUIK
Tijdens bedrijf
Heet
Raak de uitblaasopening niet aan!
De uitblaasopening wordt heet tijdens
bedrijf!
Uitschakelen
AGA 111