Het gas komt via de verstuiver in de brander
en wordt vermengd met lucht. Het mengsel
wordt met een elektrische vonk ontstoken.
Door middel van de ionisatie elektrode wordt
gecontroleerd of er binnen enkele seconden
een vlam ontstaat. Indien er binnen de
beveiligingstijd geen vlam ontstaat, valt de
kachel in storing. De ontsteking stopt
automatisch zodra een goede vlam gevormd
is.
De kachel is voorzien van een luchtdruk-
schakelaar, die de werking van de warme
luchtventilator controleert. De AGA 111 heeft
een tweede luchtdruk-schakelaar die de
werking van de verbrandingslucht-ventilator
controleert.
Bij storing schakelt de branderautomaat de
kachel uit. Daarbij gaat de rode lamp op het
bedieningspaneel branden. Het is mogelijk
om een extern alarm aan te sluiten
(raadpleeg de dealer).
De kachel stopt zodra de keuzeschakelaar
op het bedieningspaneel op "0" gezet wordt.
De kachel kan als ventilator gebruikt worden,
door de keuzeschakelaar op het
bedieningspaneel op " Ventileren" te zetten.
2.3
Hoofdcomponenten kachel (fig. 3)
A
Aanzuigrooster
B
Warme lucht ventilator
C
Gasblok
D
Pictogrammen
E
Bedieningspaneel
F
Verbrandingslucht ventilator
G Uitblaasconus
H
Branderkamer
2.4
Hoofdcomponenten branderkamer
(fig. 4)
A
Branderkamer
B
Ontstekings elektrode
C
Brander
D
Verstuiver
E
Branderkop
F
Ionisatie elektrode
AGA 111
2.5
A
Resetknop
B
Controlelamp (rood) storing
C
Controlelamp (oranje) polarisatie
D
Keuzeschakelaar:
-
-
-
E
Aansluiting ruimtethermostaat
F
Aansluitsnoer
2.6
•
Ruimtethermostaat
•
Voordrukregelaar
•
Slang buitenluchtaanzuiging
•
Buitenluchtdoorvoer
3
3.1
1. Verwijder de verpakking van de kachel.
3.2
1. Zorg voor een stabiele opstelling van de
kachel.
40.020.955 - rev. 05 - 2017
Bedieningspaneel (fig. 5)
Uit
Verwarmen
Ventileren (niet verwarmen)
Accessoires
VOORBEREIDINGEN
Verpakking verwijderen
Installatie
De kachel kan zowel horizontaal als
vertikaal (omhoog- of
omlaagblazend) worden geplaatst.
•
Horizontaal: minimaal 0.5 m
boven de vloer.
•
Vertikaal omlaagblazend:
minimaal 1.4 m boven de vloer.
•
Vertikaal omhoogblazend:
minimaal 1.4 m onder het
plafond.
De stand van het gasregelblok is
afhankelijk van de opstelling van de
kachel, zie fig. 6.
Nederlands
7