Wanneer de capaciteit laag is, verschijnt de mededeling "Battery low!" ("Batterij zwak") en het batterijsymbool laat een lege batterij
zien. Dan moeten de batterijen op korte termijn worden vervangen of worden herladen om een normaal gebruik van de radio te
kunnen garanderen.
Waarschuwing:
Er is explosiegevaar als de batterijen verkeerd worden vervangen. Alleen vervangen door hetzelfde of een gelijkwaardig type.
Controleer altijd of de Batterijen-type schakelaar op de juiste positie is ingesteld.
Een Alkaline batterij is niet oplaadbaar. Probeer nooit Alkaline batterijen op te laden.
Nooit verschillende types batterijen mengen.
Nooit geladen en ongeladen batterijen mengen.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte, zoals zonlicht, vuur of dergelijke.
Batterijen dienen niet weggegooid te worden met het huishoudelijk afval of verbrand te worden. Oude, versleten batterijen moeten
worden ingeleverd bij een recycleercentrum.
Instructies om redelijkerwijs voorzienbaar onjuist gebruik te voorkomen
Een in de apparatuur ingebouwde batterij en een batterij, samen met de bijbehorende onderdelen (inclusief cellen en elektrische
stroomvoorzieningen), moeten zodanig zijn geconstrueerd dat een elektrische schok of brandveiligheidsstoring (ontvlambare
chemische lekkage die brand of isolatieschade veroorzaakt bijvoorbeeld) onwaarschijnlijk is, rekening houdend met alle redelijkerwijs
voorzienbare omstandigheden. Indien van toepassing omvat dit extreme omstandigheden zoals gespecificeerd door de fabrikant,
zoals:
-
Extreem hoge of lage temperaturen waaraan een batterij kan worden blootgesteld tijdens gebruik, opslag of transport; en
-
Lage luchtdruk op grote hoogte.
Wanneer het maken van veiligheidsvoorzieningen of ontwerp in een batterij of apparatuur redelijkerwijs niet praktisch is
vanwege de functionele aard van de batterij of apparatuur met batterij, moeten instructieve beveiligingen in overeenstemming
met clausule F.5 worden verschaft om de batterij te beschermen tegen extreme omstandigheden of misbruik door gebruikers.
Voorbeelden die in overweging moeten worden genomen zijn:
-
Het vervangen van een batterij door een onjuist type dat een beveiliging kan omzeilen (bijvoorbeeld in het geval van sommige
typen lithiumbatterijen);
-
Het weggooien van een batterij in vuur of een hete oven, of het mechanisch pletten of snijden van een batterij, wat kan leiden
tot een explosie;
-
Het achterlaten van een batterij in een omgeving met een extreem hoge temperatuur die ertoe kan leiden dat er ontvlambare
vloeistof of gas lekt;
-
Het blootstellen van een batterij aan extreem lage luchtdruk die ertoe kan leiden dat er ontvlambare vloeistof of gas lekt.
8
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR HET OPLADEN EN GEBRUIKEN VAN OPLAADBARE
BATTERIJEN
1. Laad de batterijen ten minste iedere 2 maanden op.
2. Zorg ervoor dat de Batterijen-type schakelaar zeker in de "NiMH ON" positie staat.
3. Plaats de batterijen in het compartiment volgens de correcte polariteit (+ en -).
4. Eerste gebruik: Laad de nieuwe batterijen in één, niet onderbroken, laadbeurt tot ze vol zijn. Deze eerste laadbeurt zal langer
duren dan een normale laadbeurt. Voor een langere levensduur van de batterijen is het daarna het beste om de batterijen altijd
in één, niet onderbroken laadbeurt te laden tot ze volledig vol zijn en niet steeds te laden wanneer ze nog voldoende vol zijn.
5. De nieuwe batterijen zullen hun volle capaciteit pas bereiken na een aantal gebruikscycli (ontladen-laden).
6. Laat de hele groep batterijen, bij regelmatig gebruik, in de radio zitten en gebruik deze niet voor andere doeleinden. Ook nooit
een paar batterijen eruit halen en voor iets anders gebruiken. Zo ontstaat een mix van (volledig) geladen en (gedeeltelijk)
ontladen batterijen.
7. Laad de batterijen bij een omgevingstemperatuur tussen de 5 graden C en 35 graden C. Bij een hogere of lagere temperatuur
kunnen de batterijen niet volledig geladen worden.
8. Door de hoge capaciteit van de meegeleverde batterijen kan het laden van "leeg" tot "vol" meerdere uren duren.
9. Laad geen batterijen op als de radio warm is of is blootgesteld aan hitte of warmtebronnen.
10. Geadviseerd wordt de metalen contactpunten van de batterijen en van de lader in de radio van tijd tot tijd te reinigen met een
contactspray speciaal voor elektronica.
11. Nooit oude en nieuwe oplaadbare batterijen door elkaar gebruiken.
12. Nooit oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen door elkaar gebruiken.
13. Nooit lege en volgeladen oplaadbare batterijen door elkaar gebruiken.
14. Nooit batterijen door elkaar gebruiken met een verschillende capaciteit (mAh).
15. Nooit beschadigde, misvormde of lekkende batterijen gebruiken.
16. De batterij status indicatie (batterij-icoon in display) is een indicatie bij benadering en deze kan verschillen afhankelijk van het
gebruikte type batterijen.
17. De batterijen kunnen warm worden tijdens het opladen.
18. In koude omstandigheden zal de capaciteit van batterijen lager zijn dan bij normale kamertemperatuur.
19. Batterijen vallen, als zijnde verbruiksgoederen, niet onder de garantiebepalingen zoals deze gelden voor de radio.
20. Het wordt aangeraden om Perfectpro oplaadbare batterijen te gebruiken, omdat de radio en de interne oplader ontwikkeld zijn
voor deze batterijen.
E
N L
9